Inleiding
Artikel 374bis van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling binnen het Nederlandse strafrecht. Dit artikel richt zich specifiek op de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die verband houden met het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 374bis inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een cruciale rol speelde.
Simpele uitleg van Artikel 374bis
Artikel 374bis van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om kinderpornografisch materiaal te bezitten, te verspreiden, te vervaardigen of te importeren. Dit artikel is bedoeld om kinderen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het bezit van dergelijk materiaal wordt beschouwd als een ernstige overtreding, omdat het bijdraagt aan de vraag naar en de productie van kinderpornografie. De straffen voor overtreding van dit artikel kunnen variëren van geldboetes tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval.
Letterlijke wettekst van Artikel 374bis
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 374bis van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 374bis
1. Hij die een afbeelding of gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert, verspreidt, openlijk tentoonstelt, aanbiedt, verkoopt, aflevert, verstrekt, vervoert, vervaardigt, verkrijgt, voorhanden heeft of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien de schuldige een gewoonte maakt van het plegen van dit misdrijf of het plegen van dit misdrijf tot zijn beroep maakt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 374bis een rol speelde, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de zaak
De verdachte werd gearresteerd na een tip van een buitenlandse opsporingsdienst. Bij een huiszoeking werden meerdere gegevensdragers gevonden met daarop kinderpornografisch materiaal. De verdachte had deze bestanden niet alleen in zijn bezit, maar had ze ook via verschillende online platforms verspreid. Tijdens het onderzoek bleek dat de verdachte al langere tijd betrokken was bij het vervaardigen en verspreiden van dergelijk materiaal.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan de overtreding van Artikel 374bis van het Wetboek van Strafrecht, en zo ja, welke straf passend zou zijn gezien de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal ernstige misdrijven zijn die een grote impact hebben op de slachtoffers. Het feit dat de verdachte een gewoonte had gemaakt van het plegen van deze misdrijven en dit mogelijk zelfs als een bron van inkomsten gebruikte, werd als zeer verontrustend beschouwd. De rechtbank benadrukte dat het bezit van dergelijk materiaal niet alleen strafbaar is omdat het bijdraagt aan de vraag naar kinderpornografie, maar ook omdat het de slachtoffers opnieuw slachtoffert telkens wanneer het materiaal wordt bekeken of verspreid.
Uitspraak
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de overtreding van Artikel 374bis en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de duur van de periode waarin de misdrijven werden gepleegd, en het feit dat de verdachte geen berouw toonde. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld tot een geldboete van de vijfde categorie.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 374bis in de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het laat zien dat de Nederlandse rechtspraak streng optreedt tegen het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal en dat de straffen aanzienlijk kunnen zijn, vooral wanneer de dader een gewoonte maakt van het plegen van deze misdrijven.
Conclusie
Artikel 374bis van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. De strenge straffen die in dit artikel zijn opgenomen, weerspiegelen de ernst van deze misdrijven en de noodzaak om de samenleving te beschermen tegen de schadelijke effecten van kinderpornografie. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe de Nederlandse rechtspraak dit artikel toepast en benadrukt het belang van een strikte handhaving van deze wetgeving.