Inleiding
Artikel 380 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 380 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 380
Artikel 380 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die de openbare orde kunnen verstoren. Het artikel is specifiek gericht op het bestraffen van personen die zich schuldig maken aan het verstoren van de openbare orde door middel van geweld of bedreiging. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het deelnemen aan een gewelddadige demonstratie of het bedreigen van anderen in een openbare ruimte.
Letterlijke wettekst van Artikel 380
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 380 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 380
1. Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigt een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Indien de schuldige een der in artikel 137c, tweede lid, onder 1°, 2° of 3°, vermelde ambten, beroepen of functies uitoefent en het feit in de uitoefening van zijn ambt, beroep of functie begaat, kan hij worden ontzet van de uitoefening van dat ambt, beroep of die functie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 380 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een persoon vervolgd voor het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun ras tijdens een openbare demonstratie. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 stond de verdachte terecht voor het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun ras tijdens een openbare demonstratie. De verdachte had tijdens de demonstratie verschillende beledigende uitlatingen gedaan die gericht waren tegen een specifieke etnische groep. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen van de verdachte duidelijk beledigend waren en dat deze uitlatingen de openbare orde hadden verstoord.
De rechtbank overwoog dat de vrijheid van meningsuiting een belangrijk recht is, maar dat dit recht niet onbeperkt is. Het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun ras valt buiten de grenzen van de vrijheid van meningsuiting en is strafbaar volgens Artikel 380 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de derde categorie.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en benadrukte dat het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun ras een ernstige inbreuk vormt op de openbare orde en de maatschappelijke vrede. De Hoge Raad wees erop dat dergelijke uitlatingen niet alleen de direct betrokkenen kunnen kwetsen, maar ook de samenleving als geheel kunnen schaden.
Samenvatting
Artikel 380 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat zich richt op het strafbaar stellen van het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun ras, godsdienst, levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap. Dit artikel is bedoeld om de openbare orde en veiligheid te beschermen en om te voorkomen dat bepaalde groepen in de samenleving worden gediscrimineerd of beledigd.
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 380 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een persoon veroordeeld voor het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun ras tijdens een openbare demonstratie. De rechtbank en de Hoge Raad benadrukten dat dergelijke uitlatingen een ernstige inbreuk vormen op de openbare orde en de maatschappelijke vrede, en dat deze uitlatingen buiten de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vallen.
Artikel 380 speelt een cruciale rol in het beschermen van de openbare orde en het waarborgen van een respectvolle en inclusieve samenleving. Het is belangrijk dat dit artikel strikt wordt gehandhaafd om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland zich veilig en gerespecteerd kan voelen, ongeacht hun ras, godsdienst, levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap.