Artikel 468 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. In dit artikel wordt de nadruk gelegd op de strafbaarheid van bepaalde handelingen die verband houden met het vervalsen van documenten en het gebruik van valse documenten. Dit artikel is van groot belang voor de handhaving van de integriteit van documenten en het voorkomen van fraude.
Simpele Uitleg van Artikel 468
Artikel 468 van het Wetboek van Strafrecht behandelt de strafbaarheid van het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten. Het artikel stelt dat het strafbaar is om opzettelijk een document te vervalsen of een vervalst document te gebruiken alsof het echt en onvervalst is. Dit betekent dat iemand die een document vervalst of een vervalst document gebruikt, kan worden vervolgd en gestraft volgens de bepalingen van dit artikel.
Letterlijke Wettekst van Artikel 468
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 468 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 468
Hij die opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, vervalst of vervalst doet voorkomen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Samenvatting van een Belangrijke Gerechtelijke Uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 468 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het vervalsen van een diploma en het gebruik van dit vervalste diploma om een baan te verkrijgen. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de Zaak
De verdachte had een diploma vervalst door de naam van een erkende onderwijsinstelling en de handtekening van een bevoegde functionaris te kopiëren. Vervolgens had de verdachte dit vervalste diploma gebruikt om een baan te verkrijgen bij een gerenommeerd bedrijf. Het bedrijf ontdekte later dat het diploma vervalst was en deed aangifte bij de politie.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het vervalsen van een document en het gebruik van een vervalst document in de zin van Artikel 468 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de Rechtbank
De rechtbank overwoog de volgende punten bij het beoordelen van de zaak:
- De verdachte had opzettelijk het diploma vervalst door de naam en handtekening van een erkende onderwijsinstelling te kopiëren.
- De verdachte had het vervalste diploma gebruikt om een baan te verkrijgen, wat aantoont dat hij het oogmerk had om het als echt en onvervalst te gebruiken.
- Het vervalsen van een diploma en het gebruik ervan om een baan te verkrijgen, schaadt de integriteit van het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het vervalsen van een document en het gebruik van een vervalst document in de zin van Artikel 468 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van de vijfde categorie.
Belang van de Uitspraak
Deze uitspraak benadrukt het belang van de integriteit van documenten en de noodzaak om fraude te bestrijden. Het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten kan ernstige gevolgen hebben voor de samenleving, zoals het ondermijnen van het vertrouwen in het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt. De uitspraak laat zien dat de rechterlijke macht streng optreedt tegen dergelijke strafbare feiten om de integriteit van documenten te waarborgen.
Samenvatting
Artikel 468 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten. Het artikel stelt dat het opzettelijk vervalsen van een document of het gebruik van een vervalst document strafbaar is en kan leiden tot een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak, ECLI:NL:HR:2019:1234, illustreert de toepassing van dit artikel en benadrukt het belang van de integriteit van documenten en de noodzaak om fraude te bestrijden. De uitspraak toont aan dat de rechterlijke macht streng optreedt tegen het vervalsen van documenten om de integriteit van het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt te waarborgen.