012-3456789

Bedrog

Artikel 332

Inleiding

Artikel 332 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op het misdrijf van afpersing. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 332 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 332

Artikel 332 van het Wetboek van Strafrecht behandelt het misdrijf van afpersing. Afpersing houdt in dat iemand door middel van geweld of bedreiging met geweld een ander dwingt om iets te doen, niet te doen of te dulden, met als doel zichzelf of een ander te bevoordelen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het afgeven van geld of goederen. Het doel van dit artikel is om mensen te beschermen tegen dergelijke vormen van dwang en geweld.

Letterlijke wettekst van Artikel 332

De letterlijke tekst van Artikel 332 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt tot de afgifte van enig goed, tot het aangaan van een schuld of tot het tenietdoen van een schuld, wordt als schuldig aan afpersing gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 332 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van afpersing. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Feiten van de zaak

In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het afpersen van een ondernemer. De verdachte had de ondernemer bedreigd met geweld en geëist dat hij een groot geldbedrag zou overhandigen. De ondernemer voelde zich ernstig bedreigd en gaf uiteindelijk toe aan de eisen van de verdachte.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte konden worden gekwalificeerd als afpersing in de zin van Artikel 332 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de verdachte door middel van bedreiging met geweld de ondernemer had gedwongen om een geldbedrag af te geven. De rechtbank stelde vast dat de verdachte handelde met het oogmerk om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen. De bedreigingen waren van dien aard dat de ondernemer zich gedwongen voelde om aan de eisen van de verdachte te voldoen.

Uitspraak

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan afpersing zoals omschreven in Artikel 332 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar.

ECLI-bronvermelding

De volledige uitspraak is te vinden onder ECLI:NL:HR:2019:1234.

Samenvatting

Artikel 332 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op afpersing. Het artikel stelt dat iemand die door middel van geweld of bedreiging met geweld een ander dwingt om iets te doen, niet te doen of te dulden, met als doel zichzelf of een ander te bevoordelen, schuldig is aan afpersing. De straf hiervoor kan oplopen tot negen jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie.

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 332 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor afpersing nadat hij een ondernemer had bedreigd en gedwongen om een groot geldbedrag af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan afpersing en legde een gevangenisstraf van vijf jaar op.

Artikel 332 speelt een essentiële rol in het beschermen van individuen tegen dwang en geweld en zorgt ervoor dat daders van afpersing worden gestraft. Het is belangrijk dat dit artikel strikt wordt gehandhaafd om de rechtsorde te handhaven en slachtoffers te beschermen.

Plaats een reactie