012-3456789

Belediging

Artikel 264

Inleiding

Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op het schenden van de rust van een begraafplaats of een graf. Dit artikel is bedoeld om de waardigheid en de rust van overledenen te beschermen en om respect te waarborgen voor de plaatsen waar zij begraven zijn. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 264, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 264

Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het opzettelijk verstoren van de rust van een begraafplaats of een graf. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het vernielen van grafstenen, het verstoren van een begrafenisplechtigheid, of het opgraven van een lichaam zonder toestemming. Het doel van dit artikel is om ervoor te zorgen dat begraafplaatsen en graven met respect worden behandeld en dat de rust van de overledenen niet wordt verstoord.

Letterlijke wettekst van Artikel 264

De letterlijke tekst van Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die opzettelijk de rust van een begraafplaats of een graf schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.”

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Samenvatting van de zaak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 264 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM0787. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk verstoren van de rust van een begraafplaats door het vernielen van meerdere grafstenen. De verdachte werd vervolgd op grond van Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht.

Feiten van de zaak

De verdachte, een man van middelbare leeftijd, werd beschuldigd van het vernielen van grafstenen op een begraafplaats in een kleine Nederlandse gemeente. Volgens de aanklacht had de verdachte in de nacht van 15 op 16 juni 2009 meerdere grafstenen omvergeworpen en beschadigd. De verdachte werd op heterdaad betrapt door een bewaker van de begraafplaats en werd vervolgens gearresteerd door de politie.

Rechtsvraag

De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk schenden van de rust van een begraafplaats, zoals bedoeld in Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de verdachte opzettelijk handelde toen hij de grafstenen vernielde. De verdachte had geen toestemming om de grafstenen te verplaatsen of te beschadigen en zijn handelingen waren duidelijk gericht op het verstoren van de rust van de begraafplaats. De rechtbank wees erop dat begraafplaatsen plaatsen van rust en respect zijn en dat het vernielen van grafstenen een ernstige schending van deze rust vormt.

Uitspraak

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het opzettelijk schenden van de rust van een begraafplaats en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 1000 euro. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de nabestaanden van de overledenen wiens graven waren beschadigd.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht in het beschermen van de rust en waardigheid van begraafplaatsen en graven. Het laat zien dat de rechterlijke macht dergelijke schendingen serieus neemt en bereid is om strenge straffen op te leggen aan degenen die de rust van begraafplaatsen verstoren. De uitspraak dient als een waarschuwing voor anderen dat het vernielen van grafstenen en andere vormen van verstoring van begraafplaatsen niet ongestraft zullen blijven.

Button Image

Conclusie

Artikel 264 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het waarborgen van de rust en waardigheid van begraafplaatsen en graven in Nederland. Het artikel stelt strafbaar het opzettelijk verstoren van deze rust en biedt een wettelijke basis voor het vervolgen van dergelijke handelingen. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe de rechterlijke macht dit artikel toepast en benadrukt het belang van respect voor de rust van overledenen. Door strenge straffen op te leggen aan overtreders, draagt de rechterlijke macht bij aan het handhaven van de waardigheid en het respect voor begraafplaatsen en graven.

Plaats een reactie