012-3456789

http://www.raynnamyers.com/category/story/ Belediging

Artikel 265

Inleiding

Buy Clonazepam Usa Artikel 265 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van het plegen van ontucht met een persoon die zich in een staat van bewusteloosheid, lichamelijke onmacht of geestelijke stoornis bevindt. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 265 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 265

https://pecuvi.com/category/press-and-media/ Artikel 265 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het plegen van ontuchtige handelingen met iemand die niet in staat is om weerstand te bieden of om toestemming te geven vanwege bewusteloosheid, lichamelijke onmacht of een geestelijke stoornis. Dit betekent dat als iemand bijvoorbeeld bewusteloos is of een ernstige geestelijke beperking heeft, en een ander maakt daar misbruik van door ontuchtige handelingen te verrichten, deze dader strafbaar is volgens dit artikel.

Letterlijke wettekst van Artikel 265

De letterlijke tekst van Artikel 265 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die ontucht pleegt met iemand die in staat van bewusteloosheid, lichamelijke onmacht of geestelijke stoornis verkeert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Samenvatting van de zaak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 265 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een slachtoffer dat leed aan een ernstige geestelijke stoornis. De verdachte was een zorgverlener die verantwoordelijk was voor de zorg van het slachtoffer.

Feiten van de zaak

De verdachte was werkzaam in een zorginstelling en had de zorg over een patiënt met een ernstige geestelijke stoornis. Het slachtoffer was niet in staat om toestemming te geven voor seksuele handelingen vanwege haar geestelijke toestand. De verdachte maakte misbruik van zijn positie en pleegde ontuchtige handelingen met het slachtoffer.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met een persoon die vanwege een geestelijke stoornis niet in staat was om toestemming te geven, zoals bedoeld in Artikel 265 van het Wetboek van Strafrecht.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met het slachtoffer. De rechtbank baseerde haar oordeel op de volgende overwegingen:

  • Het slachtoffer leed aan een ernstige geestelijke stoornis en was niet in staat om toestemming te geven voor seksuele handelingen.
  • De verdachte was zich bewust van de geestelijke toestand van het slachtoffer en maakte misbruik van zijn positie als zorgverlener.
  • De ontuchtige handelingen vonden plaats in een situatie waarin het slachtoffer volledig afhankelijk was van de zorg van de verdachte.

Strafoplegging

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van vijf jaar. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de kwetsbare positie van het slachtoffer en het misbruik van de vertrouwenspositie door de verdachte.

Hoger beroep

De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. Het gerechtshof bevestigde echter het oordeel van de rechtbank en handhaafde de opgelegde straf. Het hof benadrukte dat de verdachte ernstig misbruik had gemaakt van zijn positie en dat de bescherming van kwetsbare personen een zwaarwegend belang is.

Conclusie van de Hoge Raad

De verdachte stelde vervolgens cassatieberoep in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de juiste maatstaven had gehanteerd en dat de veroordeling en strafoplegging in stand konden blijven. De Hoge Raad wees het cassatieberoep af en bevestigde de eerdere uitspraken.

Samenvatting

Artikel 265 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het plegen van ontuchtige handelingen met iemand die niet in staat is om toestemming te geven vanwege bewusteloosheid, lichamelijke onmacht of een geestelijke stoornis. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een zorgverlener veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen met een patiënt die leed aan een ernstige geestelijke stoornis. De rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad bevestigden de veroordeling en de opgelegde gevangenisstraf van vijf jaar, waarbij zij benadrukten dat de bescherming van kwetsbare personen een zwaarwegend belang is.

Plaats een reactie