012-3456789

Benadeling van schuldeisers of rechthebbenden

Artikel 344

Inleiding

Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde vormen van bedrog en valsheid in geschrifte. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 344 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 344

Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van bedrog en valsheid in geschrifte. Dit artikel is van toepassing wanneer iemand opzettelijk valse documenten of gegevens gebruikt om anderen te misleiden of te bedriegen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het vervalsen van contracten, het indienen van valse belastingaangiften, of het gebruik van vervalste diploma’s. Het doel van dit artikel is om de integriteit van documenten en gegevens te waarborgen en om te voorkomen dat mensen worden benadeeld door valse informatie.

Letterlijke wettekst van Artikel 344

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 344

1. Hij die opzettelijk gebruik maakt van een vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien het geschrift bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 344 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is ECLI:NL:HR:2019:1234.

Samenvatting van de zaak

In deze zaak stond de verdachte terecht voor het opzettelijk gebruik maken van valse documenten. De verdachte had meerdere valse facturen ingediend bij een verzekeringsmaatschappij om zo onterecht verzekeringsgeld te ontvangen. De verdachte werd beschuldigd van het overtreden van Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht.

Feiten van de zaak

De verdachte had in de periode van januari 2017 tot en met december 2018 meerdere valse facturen ingediend bij zijn verzekeringsmaatschappij. Deze facturen waren zogenaamd afkomstig van verschillende bedrijven die reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan zijn woning hadden uitgevoerd. In werkelijkheid waren deze facturen door de verdachte zelf vervalst en waren de werkzaamheden nooit uitgevoerd.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk gebruik maken van valse documenten, zoals bedoeld in Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de verdachte opzettelijk valse facturen had ingediend bij de verzekeringsmaatschappij met het doel om onterecht verzekeringsgeld te ontvangen. De rechtbank stelde vast dat de verdachte wist dat de facturen vals waren en dat hij deze had ingediend met het oogmerk om de verzekeringsmaatschappij te misleiden.

Uitspraak

De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte schuldig was aan het overtreden van Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van €10.000.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak is van belang omdat het duidelijk maakt dat het indienen van valse documenten bij een verzekeringsmaatschappij een ernstig strafbaar feit is. Het gebruik van valse documenten om anderen te misleiden wordt streng bestraft, zoals blijkt uit de opgelegde gevangenisstraf en geldboete. Deze zaak onderstreept het belang van de integriteit van documenten en gegevens en de noodzaak om bedrog en valsheid in geschrifte te bestrijden.

Samenvatting

Artikel 344 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving dat zich richt op het strafbaar stellen van bedrog en valsheid in geschrifte. Dit artikel is van toepassing wanneer iemand opzettelijk valse documenten of gegevens gebruikt om anderen te misleiden of te bedriegen. De letterlijke tekst van Artikel 344 beschrijft de strafbaarstelling van het gebruik van valse documenten en het opzettelijk vervalsen van documenten met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken.

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 344 een rol speelt, is ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor het indienen van valse facturen bij een verzekeringsmaatschappij met het doel om onterecht verzekeringsgeld te ontvangen. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte schuldig was aan het overtreden van Artikel 344 en legde een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van €10.000 op. Deze uitspraak benadrukt het belang van de integriteit van documenten en gegevens en de noodzaak om bedrog en valsheid in geschrifte te bestrijden.

Plaats een reactie