Inleiding
Artikel 349bis van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat betrekking heeft op de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. Dit artikel is specifiek gericht op het tegengaan van georganiseerde misdaad en het bevorderen van de rechtsorde. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 349bis, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 349bis
Artikel 349bis van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van deelname aan een criminele organisatie. Een criminele organisatie is een samenwerkingsverband van twee of meer personen dat tot doel heeft het plegen van misdrijven. Dit artikel is bedoeld om de bestrijding van georganiseerde misdaad te vergemakkelijken door niet alleen de daadwerkelijke misdrijven te bestraffen, maar ook de deelname aan de organisatie die deze misdrijven pleegt.
De strafbaarstelling van deelname aan een criminele organisatie is belangrijk omdat het vaak moeilijk is om individuele leden van een criminele organisatie te vervolgen voor specifieke misdrijven. Door deelname aan de organisatie zelf strafbaar te stellen, kunnen autoriteiten effectiever optreden tegen georganiseerde misdaad.
Letterlijke wettekst van Artikel 349bis
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 349bis van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 349bis
1. Hij die opzettelijk deelneemt aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Deelneming aan de organisatie als bedoeld in het eerste lid wordt niet gestraft, indien de deelnemer vrijwillig en voordat de organisatie tot het plegen van misdrijven is overgegaan, daarvan kennis geeft aan de autoriteiten.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 349bis een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een verdachte vervolgd voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met drugshandel en witwassen. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de zaak
De verdachte werd ervan beschuldigd deel te nemen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de handel in verdovende middelen en het witwassen van crimineel verkregen geld. De organisatie bestond uit meerdere personen die elk een specifieke rol hadden in de uitvoering van de criminele activiteiten. De verdachte zou volgens het Openbaar Ministerie een belangrijke rol hebben gespeeld in de logistiek en distributie van de drugs.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk had deelgenomen aan de criminele organisatie zoals bedoeld in Artikel 349bis van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de criminele activiteiten van de organisatie en daarom niet opzettelijk had deelgenomen.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat voor een veroordeling op grond van Artikel 349bis bewezen moet worden dat de verdachte opzettelijk heeft deelgenomen aan de organisatie en dat deze organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven. De Hoge Raad stelde dat opzet in deze context betekent dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de organisatie misdrijven zou plegen.
De Hoge Raad oordeelde dat uit de bewijsmiddelen voldoende bleek dat de verdachte op de hoogte was van de criminele activiteiten van de organisatie en dat hij een actieve rol had gespeeld in de uitvoering van deze activiteiten. De verdachte had bijvoorbeeld deelgenomen aan vergaderingen waarin de criminele activiteiten werden besproken en had logistieke ondersteuning geboden bij de distributie van de drugs.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte voor deelname aan een criminele organisatie zoals bedoeld in Artikel 349bis van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar.
Samenvatting
Artikel 349bis van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal instrument in de bestrijding van georganiseerde misdaad. Het stelt deelname aan een criminele organisatie strafbaar, waardoor autoriteiten effectiever kunnen optreden tegen georganiseerde misdaad. In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd een verdachte veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met drugshandel en witwassen. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte opzettelijk had deelgenomen aan de organisatie en bevestigde de veroordeling tot een gevangenisstraf van vier jaar.