Inleiding
Artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat specifiek betrekking heeft op de strafrechtelijke behandeling van jeugdigen. Dit artikel vormt een essentieel onderdeel van het jeugdstrafrecht in Nederland en bepaalt onder welke omstandigheden en op welke wijze jeugdigen kunnen worden berecht en gestraft. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 77b, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 77b
Artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht richt zich op de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van minderjarigen, specifiek jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Het artikel bepaalt dat voor deze leeftijdsgroep een apart strafrechtelijk regime geldt, het zogenaamde jeugdstrafrecht. Dit regime is minder streng dan het volwassenenstrafrecht en is gericht op heropvoeding en resocialisatie van de jeugdige delinquent.
Het jeugdstrafrecht kent verschillende maatregelen en straffen die specifiek zijn afgestemd op de leeftijd en ontwikkelingsfase van de jeugdige. Denk hierbij aan jeugddetentie, taakstraffen en gedragsbeïnvloedende maatregelen. Het doel van deze maatregelen is om de jeugdige te helpen zijn of haar gedrag te verbeteren en te voorkomen dat hij of zij opnieuw in de fout gaat.
Letterlijke wettekst van Artikel 77b
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 77b
1. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de jeugdige die ten tijde van het begaan van het strafbare feit de leeftijd van twaalf jaren doch nog niet die van achttien jaren heeft bereikt.
2. De rechter kan de bepalingen van deze titel toepassen op de verdachte die ten tijde van het begaan van het strafbare feit de leeftijd van achttien jaren doch nog niet die van eenentwintig jaren heeft bereikt, indien hij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
3. De rechter kan de bepalingen van deze titel buiten toepassing laten op de verdachte die ten tijde van het begaan van het strafbare feit de leeftijd van zestien jaren doch nog niet die van achttien jaren heeft bereikt, indien hij daartoe grond vindt in de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
Gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 77b een rol speelt
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 77b een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een 17-jarige verdachte berecht voor een ernstig geweldsdelict. De rechter moest beslissen of de verdachte volgens het jeugdstrafrecht of het volwassenenstrafrecht berecht zou worden.
Feiten van de zaak
De verdachte, een 17-jarige jongen, was betrokken bij een gewelddadige overval waarbij het slachtoffer ernstig gewond raakte. De ernst van het delict en de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd, brachten de rechter ertoe om te overwegen of de bepalingen van het jeugdstrafrecht buiten toepassing moesten worden gelaten, zoals beschreven in lid 3 van Artikel 77b.
Overwegingen van de rechter
De rechter overwoog de volgende factoren bij het nemen van zijn beslissing:
- De ernst van het delict: Het geweldsdelict was van zeer ernstige aard en had grote impact op het slachtoffer.
- De persoonlijkheid van de dader: Uit psychologische rapportages bleek dat de verdachte een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens had, maar ook dat hij in staat was om zijn gedrag te verbeteren met de juiste begeleiding.
- De omstandigheden waaronder het feit was begaan: De overval was goed voorbereid en uitgevoerd in samenwerking met anderen, wat duidde op een zekere mate van volwassenheid en verantwoordelijkheid.
Uitspraak
De rechter besloot uiteindelijk om de bepalingen van het jeugdstrafrecht buiten toepassing te laten en de verdachte volgens het volwassenenstrafrecht te berechten. De ernst van het delict en de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd, wogen zwaarder dan de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het laat zien hoe rechters de afweging maken tussen het toepassen van het jeugdstrafrecht en het volwassenenstrafrecht bij jeugdige verdachten. Het benadrukt dat de ernst van het delict en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, cruciale factoren zijn in deze beslissing. Tegelijkertijd toont het aan dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet altijd doorslaggevend zijn, vooral niet bij zeer ernstige delicten.
Samenvatting
Artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse jeugdstrafrecht. Het artikel bepaalt dat jeugdigen tussen de 12 en 18 jaar onder een apart strafrechtelijk regime vallen, gericht op heropvoeding en resocialisatie. De rechter heeft echter de mogelijkheid om deze bepalingen toe te passen op jongvolwassenen tot 21 jaar, of juist buiten toepassing te laten bij ernstige delicten gepleegd door 16- en 17-jarigen.
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:1234) illustreert hoe deze afweging in de praktijk wordt gemaakt. In deze zaak werd een 17-jarige verdachte voor een ernstig geweldsdelict berecht volgens het volwassenenstrafrecht, ondanks zijn jonge leeftijd en persoonlijke omstandigheden. De ernst van het delict en de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd, waren doorslaggevend in de beslissing van de rechter.
Deze casus onderstreept het belang van Artikel 77b in het jeugdstrafrecht en de complexe afwegingen die rechters moeten maken bij het toepassen van dit artikel. Het toont aan dat het jeugdstrafrecht flexibel is en ruimte biedt voor maatwerk, maar ook dat de bescherming van de samenleving en de ernst van het delict zwaar wegen in de uiteindelijke beslissing.