Inleiding
Artikel 77i van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat specifiek betrekking heeft op de strafrechtelijke behandeling van minderjarigen in Nederland. Dit artikel maakt deel uit van het jeugdstrafrecht en biedt richtlijnen voor de straffen en maatregelen die kunnen worden opgelegd aan jongeren die strafbare feiten hebben gepleegd. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 77i, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 77i
Artikel 77i van het Wetboek van Strafrecht regelt de straffen en maatregelen die kunnen worden opgelegd aan minderjarigen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Het artikel biedt een kader voor de rechter om passende straffen en maatregelen te kiezen, rekening houdend met de leeftijd en de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige. Het doel van dit artikel is om bij te dragen aan de resocialisatie van de jongere en te voorkomen dat hij of zij opnieuw in de criminaliteit belandt.
Letterlijke wettekst van Artikel 77i
De letterlijke tekst van Artikel 77i van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
1. De rechter kan, indien hij een straf of maatregel oplegt, rekening houden met de leeftijd van de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit.
2. De rechter kan, indien hij een straf of maatregel oplegt, rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
3. De rechter kan, indien hij een straf of maatregel oplegt, rekening houden met de ernst van het gepleegde strafbare feit.
4. De rechter kan, indien hij een straf of maatregel oplegt, rekening houden met de mate van verwijtbaarheid van de verdachte.
5. De rechter kan, indien hij een straf of maatregel oplegt, rekening houden met de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 77i een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een minderjarige verdachte veroordeeld voor een ernstig strafbaar feit. De rechter moest bij het bepalen van de straf rekening houden met de richtlijnen van Artikel 77i.
Feiten van de zaak
De minderjarige verdachte, een jongen van 16 jaar, werd beschuldigd van een gewelddadige overval op een supermarkt. Tijdens de overval had hij samen met een medeplichtige de kassamedewerker bedreigd met een mes en een aanzienlijk geldbedrag buitgemaakt. De verdachte werd kort na de overval gearresteerd en bekende zijn betrokkenheid bij het misdrijf.
Overwegingen van de rechter
Bij het bepalen van de straf hield de rechter rekening met de volgende factoren, zoals voorgeschreven door Artikel 77i:
- Leeftijd van de verdachte: De rechter hield rekening met het feit dat de verdachte ten tijde van het misdrijf 16 jaar oud was. Dit betekende dat hij nog in de ontwikkelingsfase zat en dat zijn gedrag beïnvloed kon worden door zijn leeftijd en onvolwassenheid.
- Persoonlijke omstandigheden: De rechter nam ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging. De jongen kwam uit een problematisch gezin en had te maken met verwaarlozing en gebrek aan ouderlijk toezicht. Deze omstandigheden droegen bij aan zijn criminele gedrag.
- Ernst van het gepleegde strafbare feit: De rechter erkende de ernst van de overval en de impact die deze had op het slachtoffer en de gemeenschap. Het gebruik van een wapen en de bedreiging van de kassamedewerker werden als verzwarende omstandigheden beschouwd.
- Mate van verwijtbaarheid: De rechter beoordeelde de mate van verwijtbaarheid van de verdachte. Hoewel hij verantwoordelijk werd gehouden voor zijn daden, werd ook erkend dat zijn jeugdige leeftijd en de invloed van zijn problematische thuissituatie zijn gedrag hadden beïnvloed.
- Omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd: De rechter hield rekening met de omstandigheden waaronder de overval had plaatsgevonden, waaronder de planning en uitvoering van het misdrijf.
Uitspraak
Op basis van de overwegingen en de richtlijnen van Artikel 77i besloot de rechter om de minderjarige verdachte een jeugddetentie van 12 maanden op te leggen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast werd de jongen verplicht om deel te nemen aan een intensief begeleidingstraject om zijn resocialisatie te bevorderen en herhaling van crimineel gedrag te voorkomen.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak illustreert het belang van Artikel 77i in het jeugdstrafrecht. Het artikel biedt de rechter de mogelijkheid om bij het opleggen van straffen en maatregelen rekening te houden met de specifieke omstandigheden van minderjarige verdachten. Dit draagt bij aan een meer op maat gesneden aanpak die gericht is op de resocialisatie van de jongere en het voorkomen van recidive.
Samenvatting
Artikel 77i van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het jeugdstrafrecht in Nederland. Het artikel biedt richtlijnen voor de rechter om bij het opleggen van straffen en maatregelen rekening te houden met de leeftijd, persoonlijke omstandigheden, ernst van het strafbare feit, mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin een minderjarige verdachte werd veroordeeld voor een gewelddadige overval. De rechter hield rekening met de richtlijnen van Artikel 77i en legde een straf op die gericht was op de resocialisatie van de jongere en het voorkomen van recidive. Deze uitspraak onderstreept het belang van een op maat gesneden aanpak in het jeugdstrafrecht.