Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de verbeurdverklaring van voorwerpen die zijn gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit of die zijn verkregen door middel van een strafbaar feit. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 36b, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 36b
Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht geeft de rechter de bevoegdheid om voorwerpen die zijn gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit of die zijn verkregen door middel van een strafbaar feit, verbeurd te verklaren. Dit betekent dat deze voorwerpen in beslag kunnen worden genomen en eigendom van de staat kunnen worden. Het doel van deze maatregel is om te voorkomen dat criminelen profiteren van hun misdaden en om de samenleving te beschermen tegen het gebruik van deze voorwerpen bij toekomstige strafbare feiten.
De verbeurdverklaring kan betrekking hebben op verschillende soorten voorwerpen, zoals:
- Geld
- Voertuigen
- Wapens
- Elektronische apparatuur
- Onroerend goed
De rechter kan deze maatregel opleggen als onderdeel van de straf, naast andere straffen zoals gevangenisstraf of een geldboete. Het is belangrijk op te merken dat de verbeurdverklaring alleen kan worden opgelegd als het voorwerp daadwerkelijk is gebruikt bij het plegen van het strafbare feit of als het is verkregen door middel van het strafbare feit.
Letterlijke wettekst van Artikel 36b
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 36b
1. Verbeurdverklaring kan worden uitgesproken van:
- a. voorwerpen die aan de veroordeelde toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen;
- b. voorwerpen met betrekking tot welke het strafbare feit is begaan;
- c. voorwerpen met behulp van welke het strafbare feit is begaan;
- d. voorwerpen met behulp van welke de opsporing van het misdrijf is belemmerd.
2. Verbeurdverklaring kan niet worden uitgesproken indien de veroordeelde ten tijde van de uitspraak niet de eigenaar van het voorwerp is.
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 36b een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verbeurdverklaring van een voertuig besproken dat was gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit.
Feiten van de zaak
In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor het plegen van een gewapende overval. Tijdens de overval had de verdachte gebruik gemaakt van een voertuig dat op zijn naam stond. De rechter in eerste aanleg had besloten om het voertuig verbeurd te verklaren op grond van Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht, omdat het voertuig was gebruikt bij het plegen van het strafbare feit.
Beoordeling door de Hoge Raad
De verdachte ging in hoger beroep tegen de verbeurdverklaring van het voertuig. Hij voerde aan dat de verbeurdverklaring een onevenredige maatregel was, omdat het voertuig een aanzienlijk deel van zijn vermogen vertegenwoordigde en hij het nodig had voor zijn werk.
De Hoge Raad oordeelde echter dat de verbeurdverklaring van het voertuig gerechtvaardigd was. De Hoge Raad benadrukte dat de verbeurdverklaring van voorwerpen die zijn gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit, een belangrijk instrument is om te voorkomen dat criminelen profiteren van hun misdaden en om de samenleving te beschermen. De Hoge Raad wees erop dat de verbeurdverklaring van het voertuig in dit geval proportioneel was, gezien de ernst van het strafbare feit en het gebruik van het voertuig bij de overval.
Conclusie van de Hoge Raad
De Hoge Raad bevestigde de verbeurdverklaring van het voertuig en oordeelde dat de maatregel in overeenstemming was met Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad benadrukte dat de verbeurdverklaring van voorwerpen die zijn gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit, een belangrijk middel is om criminelen te ontmoedigen en de samenleving te beschermen.
Samenvatting
Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht biedt de rechter de mogelijkheid om voorwerpen die zijn gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit of die zijn verkregen door middel van een strafbaar feit, verbeurd te verklaren. Dit artikel is een belangrijk instrument om te voorkomen dat criminelen profiteren van hun misdaden en om de samenleving te beschermen. De verbeurdverklaring kan betrekking hebben op verschillende soorten voorwerpen, zoals geld, voertuigen, wapens, elektronische apparatuur en onroerend goed.
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 36b een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak bevestigde de Hoge Raad de verbeurdverklaring van een voertuig dat was gebruikt bij het plegen van een gewapende overval. De Hoge Raad oordeelde dat de verbeurdverklaring gerechtvaardigd en proportioneel was, gezien de ernst van het strafbare feit en het gebruik van het voertuig bij de overval.
Artikel 36b van het Wetboek van Strafrecht blijft een cruciaal onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving, dat helpt om criminelen te ontmoedigen en de samenleving te beschermen tegen het gebruik van voorwerpen bij strafbare feiten.