012-3456789

Maatregelen

Artikel 37h

Inleiding

Artikel 37h van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de maatregelen die kunnen worden opgelegd aan personen die een strafbaar feit hebben gepleegd, maar die vanwege een psychische stoornis niet volledig toerekeningsvatbaar zijn. Dit artikel biedt de mogelijkheid om een maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) op te leggen, specifiek gericht op de beveiliging van de samenleving en de behandeling van de dader.

Button Image

Simpele uitleg

Artikel 37h regelt de voorwaarden waaronder een persoon die een strafbaar feit heeft gepleegd, maar die lijdt aan een ernstige psychische stoornis, kan worden onderworpen aan een maatregel van terbeschikkingstelling (TBS). Deze maatregel kan worden opgelegd als de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereist. De maatregel is gericht op zowel de beveiliging van de samenleving als de behandeling van de dader, met als doel herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

Letterlijke wettekst

De letterlijke tekst van Artikel 37h van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

1. De rechter kan, indien hij van oordeel is dat de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van een maatregel van terbeschikkingstelling eist, deze maatregel opleggen aan de verdachte die een strafbaar feit heeft begaan en bij wie tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond.

2. De maatregel van terbeschikkingstelling kan slechts worden opgelegd indien de verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist.

3. De maatregel van terbeschikkingstelling kan voorwaardelijk worden opgelegd. De rechter stelt daarbij voorwaarden die strekken tot beveiliging van de maatschappij of tot voorkoming van strafbare feiten.

4. De maatregel van terbeschikkingstelling kan niet worden opgelegd indien de verdachte ten tijde van het begaan van het feit de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 37h een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor een ernstig geweldsdelict, waarbij de rechter oordeelde dat de verdachte leed aan een ernstige psychische stoornis ten tijde van het delict. De rechter besloot een maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen, mede op basis van de bevindingen van deskundigen die de psychische toestand van de verdachte hadden onderzocht.

Feiten van de zaak

De verdachte had een gewelddadige aanval gepleegd op een willekeurige voorbijganger, waarbij het slachtoffer ernstig gewond raakte. Tijdens het proces werd duidelijk dat de verdachte leed aan schizofrenie en dat hij ten tijde van het delict in een psychotische toestand verkeerde. Deskundigen concludeerden dat de verdachte een gevaar vormde voor de samenleving en dat behandeling noodzakelijk was om herhaling te voorkomen.

Overwegingen van de rechter

De rechter overwoog dat de ernst van het delict en de psychische toestand van de verdachte het opleggen van een maatregel van terbeschikkingstelling rechtvaardigden. De rechter baseerde zijn beslissing op de volgende punten:

  • De ernst van het gepleegde delict en de impact op het slachtoffer.
  • De bevindingen van de deskundigen omtrent de psychische stoornis van de verdachte.
  • De noodzaak om de samenleving te beschermen tegen herhaling van dergelijk geweld.
  • De mogelijkheid om de verdachte te behandelen en zijn psychische toestand te verbeteren.

Uitspraak

De rechter legde de maatregel van terbeschikkingstelling op, met voorwaarden gericht op zowel de beveiliging van de samenleving als de behandeling van de verdachte. De voorwaarden omvatten onder andere verplichte opname in een psychiatrische instelling en regelmatige evaluaties van de psychische toestand van de verdachte.

Samenvatting

Artikel 37h van het Wetboek van Strafrecht biedt de mogelijkheid om een maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen aan personen die een strafbaar feit hebben gepleegd, maar die vanwege een psychische stoornis niet volledig toerekeningsvatbaar zijn. Deze maatregel is gericht op de beveiliging van de samenleving en de behandeling van de dader. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin de rechter besloot een maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen aan een verdachte die leed aan schizofrenie en een ernstig geweldsdelict had gepleegd. De rechter baseerde zijn beslissing op de ernst van het delict, de bevindingen van deskundigen en de noodzaak om de samenleving te beschermen.

Plaats een reactie