012-3456789

Maatregelen

Artikel 38q

Inleiding

Artikel 38q van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de mogelijkheid van de rechter om een gedragsaanwijzing op te leggen aan een veroordeelde. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 38q inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 38q

Artikel 38q geeft de rechter de bevoegdheid om een gedragsaanwijzing op te leggen aan een persoon die is veroordeeld voor een strafbaar feit. Een gedragsaanwijzing is een maatregel die de veroordeelde verplicht om zich op een bepaalde manier te gedragen of juist bepaalde gedragingen na te laten. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat de veroordeelde een gebiedsverbod krijgt, een contactverbod met bepaalde personen, of verplicht wordt om deel te nemen aan een behandeling of cursus.

Het doel van deze maatregel is om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen en de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De gedragsaanwijzing kan voor een bepaalde periode worden opgelegd en kan worden aangepast of beëindigd als de omstandigheden veranderen.

Letterlijke wettekst van Artikel 38q

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 38q van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 38q

1. De rechter kan, indien hij een straf of maatregel oplegt ter zake van een misdrijf, de veroordeelde een gedragsaanwijzing geven die strekt tot het voorkomen van strafbaar gedrag.

2. De gedragsaanwijzing kan inhouden dat de veroordeelde:

  • a. zich op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode niet bevindt in een door de rechter aangewezen gebied;
  • b. geen contact heeft met bepaalde personen;
  • c. zich onder behandeling stelt van een deskundige of deelneemt aan een bepaalde cursus;
  • d. zich op een andere door de rechter bepaalde wijze gedraagt.

3. De gedragsaanwijzing wordt gegeven voor een periode van ten hoogste twee jaren. De rechter kan de gedragsaanwijzing op verzoek van het openbaar ministerie wijzigen of beëindigen indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

4. De gedragsaanwijzing vervalt van rechtswege indien de veroordeelde gedurende de periode waarvoor de gedragsaanwijzing geldt, geen strafbaar feit heeft gepleegd.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 38q een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de gedragsaanwijzing opgelegd aan een veroordeelde die herhaaldelijk betrokken was bij gewelddadige incidenten in een bepaalde wijk. De rechter achtte het noodzakelijk om een gebiedsverbod op te leggen om verdere escalatie te voorkomen en de veiligheid van de buurtbewoners te waarborgen.

Feiten van de zaak

De veroordeelde, een man van 35 jaar, was meerdere keren betrokken geweest bij vechtpartijen en bedreigingen in een specifieke wijk. Ondanks eerdere waarschuwingen en een voorwaardelijke straf, bleef hij zich schuldig maken aan gewelddadig gedrag. De buurtbewoners voelden zich onveilig en hadden meerdere keren melding gemaakt bij de politie.

Oordeel van de rechter

De rechter besloot om naast een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, een gedragsaanwijzing op te leggen op grond van Artikel 38q. De gedragsaanwijzing hield in dat de veroordeelde zich gedurende een periode van twee jaar niet mocht bevinden in de betreffende wijk en geen contact mocht hebben met de slachtoffers van zijn eerdere gewelddadige incidenten.

Overwegingen van de rechter

De rechter overwoog dat de gedragsaanwijzing noodzakelijk was om de veiligheid van de buurtbewoners te waarborgen en herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen. De veroordeelde had laten zien dat hij niet in staat was om zijn gedrag te veranderen zonder een duidelijke en strikte maatregel. De rechter benadrukte dat de gedragsaanwijzing een preventief karakter had en bedoeld was om verdere escalatie te voorkomen.

Uitkomst

De gedragsaanwijzing werd opgelegd voor de maximale periode van twee jaar. De veroordeelde werd geïnformeerd over de consequenties van het overtreden van de gedragsaanwijzing, waaronder de mogelijkheid van een gevangenisstraf. De rechter gaf ook aan dat de gedragsaanwijzing kon worden aangepast of beëindigd als de omstandigheden veranderden, bijvoorbeeld als de veroordeelde aantoonde dat hij zijn gedrag had verbeterd.

Samenvatting

Artikel 38q van het Wetboek van Strafrecht biedt de rechter de mogelijkheid om een gedragsaanwijzing op te leggen aan een veroordeelde om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen en de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De gedragsaanwijzing kan verschillende vormen aannemen, zoals een gebiedsverbod, een contactverbod, of een verplichting om deel te nemen aan een behandeling of cursus. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin een gebiedsverbod werd opgelegd aan een veroordeelde die herhaaldelijk betrokken was bij gewelddadige incidenten. De rechter achtte de gedragsaanwijzing noodzakelijk om de veiligheid van de buurtbewoners te waarborgen en verdere escalatie te voorkomen.

Plaats een reactie