Artikel 130a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die de openbare orde kunnen verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 130a inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Eenvoudige uitleg van Artikel 130a
Artikel 130a van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om deel te nemen aan een organisatie die tot doel heeft het plegen van misdrijven. Dit artikel is bedoeld om de oprichting en het functioneren van criminele organisaties te bestrijden. Het gaat hierbij niet alleen om de daadwerkelijke uitvoering van strafbare feiten, maar ook om de voorbereiding en ondersteuning van dergelijke activiteiten. Het artikel is breed geformuleerd om een breed scala aan gedragingen te kunnen bestraffen die bijdragen aan de criminele activiteiten van een organisatie.
Letterlijke wettekst van Artikel 130a
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 130a van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 130a
1. Hij die opzettelijk deelneemt aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Onder deelneming wordt verstaan het behoren tot de organisatie of het verlenen van steun, dan wel het bevorderen of vergemakkelijken van de criminele activiteiten van de organisatie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 130a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een verdachte vervolgd voor zijn betrokkenheid bij een criminele organisatie die zich bezighield met drugshandel en witwassen. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 stond de verdachte terecht voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige drugshandel en witwassen. De verdachte werd beschuldigd van het behoren tot de organisatie en het verlenen van steun aan de criminele activiteiten van de organisatie.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk had deelgenomen aan de criminele organisatie. Hierbij werd vastgesteld dat de verdachte niet alleen op de hoogte was van de criminele activiteiten, maar ook actief betrokken was bij de uitvoering en ondersteuning ervan. De verdachte had onder andere geholpen bij het transport van drugs en het witwassen van de opbrengsten.
De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder afgeluisterde telefoongesprekken, getuigenverklaringen en financiële transacties. Uit deze bewijsmiddelen bleek dat de verdachte een belangrijke rol speelde binnen de organisatie en dat zijn handelingen essentieel waren voor het functioneren van de criminele activiteiten.
De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De rechtbank benadrukte in haar uitspraak dat deelname aan een criminele organisatie een ernstig misdrijf is dat de samenleving grote schade kan toebrengen. De strafmaat weerspiegelde de ernst van de feiten en de rol van de verdachte binnen de organisatie.
Reflectie
Artikel 130a van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bestrijding van georganiseerde criminaliteit in Nederland. Door deelname aan criminele organisaties strafbaar te stellen, biedt dit artikel de mogelijkheid om niet alleen de uitvoerders van strafbare feiten, maar ook de ondersteuners en facilitators aan te pakken. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van een effectieve handhaving van de wet om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.