Inleiding
Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die de openbare orde verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 112 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 112
Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van het opzettelijk beschadigen van goederen die aan een ander toebehoren. Dit kan variëren van het vernielen van een auto tot het bekladden van een gebouw. Het doel van dit artikel is om eigendommen te beschermen tegen moedwillige beschadiging en om de openbare orde te handhaven.
Letterlijke wettekst van Artikel 112
De letterlijke tekst van Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
Artikel 112
1. Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 112 een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM0787. In deze zaak ging het om de opzettelijke beschadiging van een auto door middel van brandstichting. De verdachte werd vervolgd op grond van Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht.
Feiten van de zaak
In deze zaak had de verdachte opzettelijk een auto in brand gestoken die eigendom was van een ander. De brand veroorzaakte aanzienlijke schade aan de auto en bracht ook de veiligheid van omwonenden in gevaar. De verdachte werd gearresteerd en vervolgd voor het opzettelijk beschadigen van eigendommen, zoals omschreven in Artikel 112.
Rechtsvraag
De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk beschadigen van eigendommen zoals bedoeld in Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast werd onderzocht of er sprake was van verzwarende omstandigheden, zoals het plegen van het feit door twee of meer verenigde personen.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog in deze zaak dat de verdachte opzettelijk handelde door de auto in brand te steken. De opzet van de verdachte was gericht op het beschadigen van de auto, wat duidelijk valt onder de strafbaarstelling van Artikel 112. De Hoge Raad benadrukte dat het opzettelijk beschadigen van eigendommen een ernstige inbreuk vormt op de eigendomsrechten van anderen en de openbare orde.
Daarnaast werd onderzocht of er sprake was van verzwarende omstandigheden. In dit geval handelde de verdachte alleen, waardoor de verzwarende omstandigheid van het plegen van het feit door twee of meer verenigde personen niet van toepassing was. De Hoge Raad bevestigde echter dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk beschadigen van eigendommen en legde een gevangenisstraf op.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte voor het opzettelijk beschadigen van eigendommen op grond van Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd de verdachte verplicht om de schade aan de eigenaar van de auto te vergoeden.
Samenvatting
Artikel 112 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van eigendommen tegen opzettelijke beschadiging. De zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM0787 illustreert hoe de rechterlijke macht dit artikel toepast om eigendomsrechten te beschermen en de openbare orde te handhaven. De Hoge Raad bevestigde in deze zaak de veroordeling van de verdachte voor het opzettelijk beschadigen van een auto door middel van brandstichting en legde een passende straf op.
Het is duidelijk dat Artikel 112 een belangrijk instrument is in de Nederlandse strafwetgeving om eigendommen te beschermen en om te zorgen voor een veilige en ordelijke samenleving. Door het strafbaar stellen van opzettelijke beschadiging van eigendommen, draagt dit artikel bij aan de handhaving van de openbare orde en de bescherming van individuele eigendomsrechten.