Inleiding
Artikel 113 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde ernstige misdrijven tegen de veiligheid van de staat. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 113 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 113
Artikel 113 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op misdrijven die de veiligheid van de staat in gevaar brengen. Dit artikel is specifiek gericht op handelingen die de koning of de koninklijke familie bedreigen. Het artikel stelt zware straffen in voor personen die zich schuldig maken aan dergelijke misdrijven, waaronder levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevangenisstraf van maximaal dertig jaar.
Letterlijke wettekst van Artikel 113
De letterlijke tekst van Artikel 113 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
1. Hij die de Koning of de Regent van het leven berooft, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Hij die tracht de Koning of de Regent van het leven te beroven, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Hij die de Koning of de Regent van de vrijheid berooft of tracht te beroven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 113 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823. Deze zaak betrof een poging tot moord op de koningin tijdens Koninginnedag in 2009. De verdachte reed met een auto in op een menigte met als doel de koninklijke bus te raken. Hierbij vielen meerdere doden en gewonden.
Feiten van de zaak
Op 30 april 2009, tijdens de viering van Koninginnedag in Apeldoorn, reed de verdachte met hoge snelheid in op een menigte toeschouwers. Zijn doel was om de open bus te raken waarin de koninklijke familie zich bevond. De verdachte slaagde er niet in de bus te raken, maar veroorzaakte wel de dood van zeven mensen en verwondde vele anderen. De verdachte zelf overleed later aan zijn verwondingen.
Juridische overwegingen
De rechtbank moest beoordelen of de verdachte schuldig was aan een poging tot moord op de koningin, zoals omschreven in Artikel 113 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank overwoog onder meer:
- De intentie van de verdachte: Uit de handelingen van de verdachte bleek duidelijk dat hij de intentie had om de koningin van het leven te beroven.
- De uitvoering van de daad: De verdachte had een plan opgesteld en uitgevoerd om met zijn auto in te rijden op de koninklijke bus.
- De gevolgen van de daad: Hoewel de koningin niet gewond raakte, vielen er wel doden en gewonden onder de toeschouwers.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van de lagere rechtbank dat de verdachte schuldig was aan een poging tot moord op de koningin. De verdachte werd postuum veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig jaar, de maximale tijdelijke straf die onder Artikel 113 kan worden opgelegd.
Samenvatting
Artikel 113 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van de koninklijke familie tegen ernstige misdrijven. Het artikel stelt zware straffen in voor personen die de koning of de regent van het leven of de vrijheid beroven of trachten te beroven. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelde, is de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823, waarin de verdachte schuldig werd bevonden aan een poging tot moord op de koningin tijdens Koninginnedag 2009. Deze zaak benadrukt de ernst waarmee de Nederlandse wetgeving dergelijke misdrijven behandelt en de zware straffen die kunnen worden opgelegd.