012-3456789

Misdrijven tegen de koninklijke waardigheid

Artikel 114b

Inleiding

Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht is een specifieke bepaling die zich richt op het strafbaar stellen van bepaalde gedragingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. Dit artikel is van groot belang in de context van strafrechtelijke handhaving en biedt een juridisch kader voor het vervolgen van specifieke strafbare feiten. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 114b, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 114b

Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van gedragingen die te maken hebben met het voorbereiden van ernstige misdrijven. Dit artikel is bedoeld om preventief op te treden tegen personen die plannen maken om ernstige strafbare feiten te plegen, zoals terroristische aanslagen. Het artikel stelt dat het strafbaar is om voorbereidingshandelingen te verrichten die erop gericht zijn om een ernstig misdrijf te plegen. Dit kan bijvoorbeeld het verzamelen van informatie, het aanschaffen van materialen of het maken van plannen omvatten.

Letterlijke wettekst van Artikel 114b

De letterlijke tekst van Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Artikel 114b

Hij die opzettelijk voorbereidingshandelingen treft om een misdrijf als bedoeld in artikel 114a te plegen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 114b een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206. In deze zaak werd de verdachte vervolgd voor het voorbereiden van een terroristische aanslag. De verdachte had verschillende voorbereidingshandelingen verricht, waaronder het verzamelen van informatie over mogelijke doelwitten en het aanschaffen van materialen die gebruikt konden worden bij de aanslag.

Feiten van de zaak

De verdachte werd ervan beschuldigd dat hij voorbereidingshandelingen had getroffen om een terroristische aanslag te plegen. De verdachte had onder andere informatie verzameld over mogelijke doelwitten, zoals overheidsgebouwen en drukbezochte locaties. Daarnaast had hij materialen aangeschaft die gebruikt konden worden bij het uitvoeren van de aanslag, zoals explosieven en wapens. De verdachte had ook contact gezocht met andere personen om hen te betrekken bij zijn plannen.

Rechtsvraag

De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de voorbereidingshandelingen van de verdachte voldoende waren om te spreken van een strafbaar feit onder Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht. De vraag was of de handelingen van de verdachte als opzettelijke voorbereidingshandelingen konden worden gekwalificeerd en of deze handelingen gericht waren op het plegen van een ernstig misdrijf.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de voorbereidingshandelingen van de verdachte inderdaad vielen onder de reikwijdte van Artikel 114b. De rechtbank stelde vast dat de verdachte opzettelijk handelingen had verricht die gericht waren op het plegen van een ernstig misdrijf, namelijk een terroristische aanslag. De rechtbank wees erop dat de verdachte niet alleen informatie had verzameld en materialen had aangeschaft, maar ook actief had geprobeerd om anderen bij zijn plannen te betrekken. Dit alles wees volgens de rechtbank op een duidelijke intentie om een ernstig misdrijf te plegen.

Hoger beroep en cassatie

De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. In hoger beroep werd de uitspraak van de rechtbank echter bevestigd. De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat de lagere rechters de juiste toepassing hadden gegeven aan Artikel 114b en dat de voorbereidingshandelingen van de verdachte terecht als strafbaar waren aangemerkt. De Hoge Raad wees erop dat de wetgever met Artikel 114b juist heeft beoogd om preventief op te treden tegen personen die voorbereidingen treffen voor ernstige misdrijven, en dat de handelingen van de verdachte duidelijk binnen deze doelstelling vielen.

Samenvatting van de uitspraak

In de zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206 werd de verdachte vervolgd voor het voorbereiden van een terroristische aanslag. De verdachte had verschillende voorbereidingshandelingen verricht, zoals het verzamelen van informatie over mogelijke doelwitten en het aanschaffen van materialen die gebruikt konden worden bij de aanslag. De rechtbank oordeelde dat deze handelingen vielen onder de reikwijdte van Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht en dat de verdachte opzettelijk voorbereidingshandelingen had verricht die gericht waren op het plegen van een ernstig misdrijf. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd in hoger beroep en in cassatie door de Hoge Raad.

Button Image

Belang van Artikel 114b

Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de preventieve strafrechtelijke handhaving. Het stelt de autoriteiten in staat om vroegtijdig in te grijpen bij personen die voorbereidingen treffen voor ernstige misdrijven, zoals terroristische aanslagen. Door het strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen kunnen potentiële daders worden vervolgd voordat zij hun plannen daadwerkelijk ten uitvoer kunnen brengen. Dit draagt bij aan de bescherming van de openbare orde en veiligheid.

Toepassing in de praktijk

In de praktijk wordt Artikel 114b regelmatig toegepast in zaken die te maken hebben met terrorisme en andere ernstige misdrijven. De autoriteiten maken gebruik van dit artikel om personen te vervolgen die voorbereidingen treffen voor dergelijke misdrijven. Dit kan variëren van het verzamelen van informatie en het aanschaffen van materialen tot het maken van concrete plannen en het betrekken van anderen bij de voorbereidingen. Door deze handelingen strafbaar te stellen, kunnen de autoriteiten preventief optreden en potentiële dreigingen tijdig neutraliseren.

Conclusie

Artikel 114b van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk instrument in de strijd tegen ernstige misdrijven, zoals terroristische aanslagen. Het stelt de autoriteiten in staat om preventief op te treden tegen personen die voorbereidingen treffen voor dergelijke misdrijven. De zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en hoe de rechterlijke macht de reikwijdte van dit artikel interpreteert. Door het strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen draagt Artikel 114b bij aan de bescherming van de openbare orde en veiligheid.

Plaats een reactie