012-3456789

Misdrijven tegen de openbare orde

Artikel 131

Inleiding

Artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het aanzetten tot strafbare feiten en gewelddadigheden tegen het openbaar gezag. Dit artikel is van groot belang voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 131, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 131

Artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om anderen aan te zetten tot het plegen van strafbare feiten of gewelddadigheden tegen het openbaar gezag. Dit betekent dat iemand die anderen oproept om bijvoorbeeld geweld te gebruiken tegen de politie of andere overheidsfunctionarissen, strafbaar is volgens dit artikel. Het doel van dit artikel is om te voorkomen dat mensen anderen aanmoedigen om de wet te overtreden en de openbare orde te verstoren.

Letterlijke wettekst van Artikel 131

De letterlijke tekst van Artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opruïing tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag doet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.”

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 131 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2016:2454. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van opruiing tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.

Samenvatting van de zaak ECLI:NL:HR:2016:2454

In deze zaak werd de verdachte vervolgd voor het in het openbaar opruien tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. De verdachte had tijdens een demonstratie opruiende uitspraken gedaan die gericht waren tegen de politie. De uitspraken werden gedaan in een context van een verhitte demonstratie waarbij de emoties hoog opliepen.

De rechtbank oordeelde dat de uitspraken van de verdachte inderdaad opruiend waren en dat deze uitspraken anderen konden aanzetten tot gewelddadig optreden tegen de politie. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie.

De verdachte ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, maar het gerechtshof bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het hof oordeelde dat de uitspraken van de verdachte duidelijk opruiend waren en dat deze uitspraken een reëel gevaar vormden voor de openbare orde en veiligheid.

De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat de uitspraken van de verdachte inderdaad opruiend waren en dat deze uitspraken anderen konden aanzetten tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van het gerechtshof en de veroordeling van de verdachte bleef in stand.

Samenvatting

Artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat zich richt op het aanzetten tot strafbare feiten en gewelddadigheden tegen het openbaar gezag. Dit artikel is van groot belang voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. In de zaak met ECLI:NL:HR:2016:2454 werd de verdachte veroordeeld voor opruiing tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. De rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad oordeelden dat de uitspraken van de verdachte opruiend waren en een reëel gevaar vormden voor de openbare orde en veiligheid. Deze zaak onderstreept het belang van Artikel 131 in het beschermen van de openbare orde en veiligheid.

Plaats een reactie