Inleiding
Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde handelingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 1341, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 1341
Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van handelingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. Dit artikel is bedoeld om te voorkomen dat personen zich schuldig maken aan gedragingen die de samenleving kunnen ontwrichten of gevaar kunnen opleveren voor anderen. Het artikel is specifiek gericht op het voorkomen van misdrijven die de openbare orde ernstig kunnen verstoren, zoals het aanzetten tot geweld of het verspreiden van opruiende teksten.
Letterlijke wettekst van Artikel 1341
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 1341
Hij die opzettelijk een geschrift of afbeelding, waarin tot enig strafbaar feit wordt opgeruid, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, of in voorraad heeft, met het oogmerk om het openbaar te maken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 1341 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het verspreiden van opruiende teksten via sociale media. De rechtbank moest beoordelen of de handelingen van de verdachte onder de reikwijdte van Artikel 1341 vielen en of er voldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen.
Feiten van de zaak
De verdachte had via verschillende sociale mediaplatforms berichten geplaatst waarin werd opgeroepen tot geweld tegen een specifieke bevolkingsgroep. Deze berichten werden door meerdere personen gezien en gedeeld, wat leidde tot onrust en angst binnen de gemeenschap. De politie startte een onderzoek naar de verdachte en verzamelde bewijsmateriaal, waaronder screenshots van de opruiende berichten.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte konden worden gekwalificeerd als het opzettelijk verspreiden van een geschrift of afbeelding waarin tot enig strafbaar feit wordt opgeruid, zoals bedoeld in Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog de volgende punten bij haar beslissing:
- De inhoud van de berichten: De rechtbank analyseerde de teksten van de berichten en concludeerde dat deze duidelijk opruiend waren en aanzetten tot geweld tegen een specifieke bevolkingsgroep.
- De intentie van de verdachte: De rechtbank onderzocht of de verdachte opzettelijk handelde met het oogmerk om de berichten openbaar te maken en een breed publiek te bereiken.
- De impact van de berichten: De rechtbank hield rekening met de gevolgen van de berichten, waaronder de onrust en angst die ze veroorzaakten binnen de gemeenschap.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk verspreiden van opruiende teksten, zoals bedoeld in Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van de derde categorie. De rechtbank benadrukte in haar uitspraak het belang van het beschermen van de openbare orde en veiligheid tegen dergelijke opruiende handelingen.
Samenvatting van de gerechtelijke uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte veroordeeld voor het opzettelijk verspreiden van opruiende teksten via sociale media. De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachte onder de reikwijdte van Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht vielen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van de derde categorie. Deze uitspraak benadrukt het belang van het beschermen van de openbare orde en veiligheid tegen opruiende handelingen.
Belang van Artikel 1341
Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het handhaven van de openbare orde en veiligheid in Nederland. Door het strafbaar stellen van het opzettelijk verspreiden van opruiende teksten en afbeeldingen, biedt dit artikel een juridisch instrument om personen te vervolgen die de samenleving willen ontwrichten of anderen in gevaar willen brengen. Het artikel helpt om een balans te vinden tussen de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de openbare orde.
Toepassing in de praktijk
In de praktijk wordt Artikel 1341 regelmatig toegepast in zaken waarbij personen opruiende teksten of afbeeldingen verspreiden via verschillende kanalen, zoals sociale media, pamfletten of posters. De handhaving van dit artikel is van groot belang om te voorkomen dat dergelijke opruiende handelingen leiden tot geweld, onrust of angst binnen de samenleving. Het artikel biedt de autoriteiten de mogelijkheid om snel en effectief op te treden tegen personen die de openbare orde willen verstoren.
Conclusie
Artikel 1341 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat helpt om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Door het strafbaar stellen van het opzettelijk verspreiden van opruiende teksten en afbeeldingen, biedt dit artikel een belangrijk juridisch instrument om personen te vervolgen die de samenleving willen ontwrichten of anderen in gevaar willen brengen. De toepassing van dit artikel in de praktijk, zoals geïllustreerd door de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, benadrukt het belang van het beschermen van de openbare orde en veiligheid tegen opruiende handelingen.