012-3456789

Misdrijven tegen de openbare orde

Artikel 134bis1

Artikel 134bis1 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. Dit artikel behandelt de strafbaarheid van bepaalde handelingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 134bis1, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Eenvoudige uitleg van Artikel 134bis1

Artikel 134bis1 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. Dit artikel is bedoeld om te voorkomen dat personen handelingen verrichten die kunnen leiden tot gevaarlijke situaties of die de openbare orde ernstig kunnen verstoren. Het artikel is specifiek gericht op het voorkomen van handelingen die kunnen leiden tot terroristische activiteiten of andere ernstige verstoringen van de openbare orde.

Button Image

Letterlijke wettekst van Artikel 134bis1

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 134bis1 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 134bis1

1. Hij die opzettelijk een ander inlichtingen of middelen verschaft die kennelijk bestemd zijn tot het plegen van een terroristisch misdrijf, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien de schuldige het misdrijf, bedoeld in het eerste lid, in de uitoefening van zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 134bis1 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het verschaffen van inlichtingen en middelen die kennelijk bestemd waren voor het plegen van een terroristisch misdrijf. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Feiten van de zaak

De verdachte in deze zaak werd ervan beschuldigd dat hij opzettelijk inlichtingen en middelen had verschaft aan een persoon die van plan was een terroristisch misdrijf te plegen. De verdachte had onder andere informatie verstrekt over het maken van explosieven en het verkrijgen van wapens. Daarnaast had hij financiële middelen verstrekt die gebruikt konden worden voor het uitvoeren van de geplande terroristische activiteiten.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de verdachte bewust handelingen had verricht die gericht waren op het ondersteunen van terroristische activiteiten. De verdachte had niet alleen inlichtingen verstrekt, maar ook middelen die direct konden bijdragen aan het plegen van een terroristisch misdrijf. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte opzettelijk had gehandeld en dat zijn handelingen kennelijk bestemd waren voor het plegen van een terroristisch misdrijf.

Uitspraak van de rechtbank

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van zes jaar. Daarnaast werd de verdachte ontzet van de uitoefening van zijn beroep, aangezien hij de strafbare handelingen in de uitoefening van zijn beroep had gepleegd. De rechtbank benadrukte in haar uitspraak het belang van het voorkomen van terroristische activiteiten en de rol van Artikel 134bis1 in het strafbaar stellen van handelingen die kunnen bijdragen aan dergelijke activiteiten.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak is van groot belang omdat het de toepassing van Artikel 134bis1 in de praktijk illustreert. Het laat zien hoe de rechterlijke macht omgaat met zaken waarin personen worden beschuldigd van het verschaffen van inlichtingen en middelen die bestemd zijn voor terroristische activiteiten. De uitspraak onderstreept het belang van het artikel in het voorkomen van terroristische misdrijven en het handhaven van de openbare orde en veiligheid.

Button Image

Samenvatting

Artikel 134bis1 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het voorkomen van handelingen die kunnen leiden tot terroristische activiteiten of andere ernstige verstoringen van de openbare orde. Het artikel stelt strafbaar het opzettelijk verschaffen van inlichtingen of middelen die kennelijk bestemd zijn voor het plegen van een terroristisch misdrijf. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206, waarin de verdachte werd veroordeeld voor het verschaffen van inlichtingen en middelen voor terroristische activiteiten. Deze uitspraak benadrukt het belang van Artikel 134bis1 in het handhaven van de openbare orde en veiligheid.

Plaats een reactie