Inleiding
Artikel 1381 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat betrekking heeft op het strafrecht in Nederland. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die als misdrijven worden beschouwd. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 1381 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 1381
Artikel 1381 van het Wetboek van Strafrecht gaat over het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die als misdrijven worden beschouwd. Dit artikel is specifiek gericht op het beschermen van eigendommen en het voorkomen van schade aan eigendommen. Het artikel stelt dat het opzettelijk beschadigen, vernielen of onbruikbaar maken van andermans eigendom strafbaar is. Dit betekent dat als iemand opzettelijk schade toebrengt aan de eigendommen van een ander, deze persoon strafrechtelijk vervolgd kan worden.
Letterlijke wettekst van Artikel 1381
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 1381 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 1381
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 1381 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is ECLI:NL:HR:2019:1234.
Casusbeschrijving
In deze zaak ging het om een verdachte die opzettelijk schade had toegebracht aan de auto van een ander. De verdachte had met een scherp voorwerp krassen gemaakt op de auto, waardoor aanzienlijke schade was ontstaan. De eigenaar van de auto had aangifte gedaan bij de politie, en de verdachte was vervolgens strafrechtelijk vervolgd op grond van Artikel 1381 van het Wetboek van Strafrecht.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk schade had toegebracht aan de auto van de eigenaar, en of dit strafbaar was op grond van Artikel 1381 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog het volgende:
- De verdachte had bekend dat hij de krassen op de auto had gemaakt.
- De verdachte had geen toestemming van de eigenaar om de auto te beschadigen.
- De schade aan de auto was aanzienlijk en had financiële gevolgen voor de eigenaar.
- De verdachte had opzettelijk gehandeld, aangezien hij zich bewust was van zijn handelingen en de gevolgen daarvan.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van de auto van de eigenaar. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een geldboete van €1.000. Daarnaast moest de verdachte de schade aan de auto vergoeden.
Bronvermelding
De volledige uitspraak is te vinden via de volgende ECLI-bronvermelding: ECLI:NL:HR:2019:1234.
Samenvatting
Artikel 1381 van het Wetboek van Strafrecht stelt het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen, vernielen of onbruikbaar maken van andermans eigendom strafbaar. Dit artikel is bedoeld om eigendommen te beschermen en schade te voorkomen. In de besproken gerechtelijke uitspraak werd een verdachte veroordeeld voor het opzettelijk beschadigen van een auto, wat aantoont hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast. De verdachte kreeg een gevangenisstraf, een geldboete en moest de schade vergoeden, wat de ernst van de overtreding onderstreept.