Inleiding
Artikel 138ab1 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat betrekking heeft op het onrechtmatig binnendringen in een geautomatiseerd werk. Dit artikel is van groot belang in de huidige digitale samenleving, waar cybercriminaliteit een steeds grotere rol speelt. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 138ab1, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 138ab1
Artikel 138ab1 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om zonder toestemming toegang te krijgen tot een geautomatiseerd werk, zoals een computer, netwerk of database. Dit betekent dat als iemand zonder toestemming inbreekt in een computer of netwerk, deze persoon strafbaar is volgens dit artikel. Het doel van dit artikel is om de integriteit en veiligheid van geautomatiseerde werken te beschermen tegen onbevoegde toegang en misbruik.
Letterlijke wettekst van Artikel 138ab1
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 138ab1 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 138ab1
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan binnendringt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Indien de dader het feit pleegt met het oogmerk om gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk over te nemen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Indien de dader het feit pleegt met het oogmerk om gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk te vernietigen, onbruikbaar te maken of te wijzigen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Samenvatting van de zaak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 138ab1 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2018:1934. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk, namelijk een bedrijfsnetwerk, met het oogmerk om gegevens over te nemen.
Feiten van de zaak
De verdachte, een voormalig werknemer van een bedrijf, had zonder toestemming toegang verkregen tot het bedrijfsnetwerk. Hij gebruikte zijn oude inloggegevens om in te loggen op het netwerk en nam vertrouwelijke bedrijfsgegevens over. Deze gegevens gebruikte hij vervolgens om een concurrerend bedrijf op te zetten.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk met het oogmerk om gegevens over te nemen, zoals bedoeld in Artikel 138ab1 van het Wetboek van Strafrecht.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het overtreden van Artikel 138ab1. De rechtbank stelde vast dat de verdachte opzettelijk en zonder toestemming toegang had verkregen tot het bedrijfsnetwerk en dat hij dit had gedaan met het oogmerk om gegevens over te nemen. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van de vierde categorie.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het duidelijk maakt dat het onrechtmatig binnendringen in een geautomatiseerd werk, zelfs als men gebruik maakt van oude inloggegevens, strafbaar is onder Artikel 138ab1. Het benadrukt ook dat het oogmerk van de dader, zoals het overnemen van gegevens, een verzwarende omstandigheid kan zijn die leidt tot een hogere straf.
Samenvatting
Artikel 138ab1 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal artikel in de strijd tegen cybercriminaliteit. Het maakt het strafbaar om zonder toestemming toegang te krijgen tot een geautomatiseerd werk, zoals een computer of netwerk. De letterlijke wettekst van Artikel 138ab1 beschrijft de verschillende vormen van strafbaar gedrag en de bijbehorende straffen. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak, ECLI:NL:HR:2018:1934, illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van het beschermen van geautomatiseerde werken tegen onbevoegde toegang en misbruik.