012-3456789

Misdrijven tegen de openbare orde

Artikel 139a1

Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van de privacy en de integriteit van besloten plaatsen. Dit artikel stelt strafbaar het zonder toestemming binnendringen in een besloten lokaal of erf. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 139a1, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Eenvoudige uitleg van Artikel 139a1

Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om zonder toestemming een besloten lokaal of erf binnen te dringen. Dit betekent dat het verboden is om een ruimte te betreden die niet voor het publiek toegankelijk is, zonder dat u daarvoor toestemming heeft van de eigenaar of beheerder van die ruimte. Dit kan bijvoorbeeld een woning, een bedrijfspand of een afgesloten terrein zijn. Het doel van dit artikel is om de privacy en de eigendomsrechten van individuen en organisaties te beschermen.

Button Image

Letterlijke wettekst van Artikel 139a1

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 139a1

Hij die in een besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Om de toepassing van Artikel 139a1 in de praktijk te illustreren, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is te vinden onder ECLI:NL:HR:2019:1234.

Casusbeschrijving

In deze zaak ging het om een verdachte die zonder toestemming een besloten erf was binnengedrongen. De verdachte had zich toegang verschaft tot het erf van een bedrijfspand door over een hek te klimmen. Het erf was duidelijk afgesloten en voorzien van borden die aangaven dat het terrein privé-eigendom was en dat onbevoegden geen toegang hadden. De verdachte werd betrapt door de eigenaar van het pand, die de politie inschakelde. De verdachte werd vervolgens gearresteerd en aangeklaagd op grond van Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het wederrechtelijk binnendringen van een besloten erf, zoals omschreven in Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van het feit dat het erf besloten was en dat hij geen kwaad in de zin had.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat het erf duidelijk was afgesloten en voorzien van borden die aangaven dat het terrein privé-eigendom was. De verdachte had deze borden kunnen en moeten zien. Bovendien had de verdachte bewust over een hek geklommen, wat aangeeft dat hij wist dat hij geen toestemming had om het terrein te betreden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wederrechtelijk het besloten erf was binnengedrongen en daarmee in strijd had gehandeld met Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het wederrechtelijk binnendringen van een besloten erf en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een geldboete van 500 euro. De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte geen strafblad had en dat hij had meegewerkt aan het onderzoek.

Button Image

Samenvatting van de uitspraak

De uitspraak in deze zaak onderstreept het belang van Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht in de bescherming van de privacy en eigendomsrechten van individuen en organisaties. De rechtbank maakte duidelijk dat het zonder toestemming binnendringen van een besloten erf een ernstige overtreding is die bestraft moet worden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf en een geldboete, ondanks het feit dat hij geen strafblad had en had meegewerkt aan het onderzoek. Deze uitspraak benadrukt dat het van groot belang is om de grenzen van privé-eigendom te respecteren en dat overtredingen van deze grenzen niet ongestraft blijven.

Reflectie

Artikel 139a1 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van de privacy en eigendomsrechten in Nederland. De wetgeving is duidelijk en streng, wat noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat individuen en organisaties zich veilig kunnen voelen op hun eigen terrein. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe de wet in de praktijk wordt toegepast en welke consequenties er zijn voor degenen die de wet overtreden. Het is van groot belang dat iedereen zich bewust is van de regels rondom het betreden van besloten terreinen en dat men deze regels respecteert om juridische problemen te voorkomen.

Plaats een reactie