Inleiding
Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde handelingen die de openbare orde kunnen verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 142a1 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 142a1
Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die de openbare orde kunnen verstoren. Dit artikel is bedoeld om de samenleving te beschermen tegen gedragingen die de rust en veiligheid in de openbare ruimte kunnen aantasten. Het gaat hierbij om handelingen die niet alleen hinderlijk zijn, maar ook een bedreiging kunnen vormen voor de openbare orde en veiligheid.
Letterlijke wettekst van Artikel 142a1
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 142a1
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een openbare samenkomst of vergadering verstoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 142a1 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is ECLI:NL:HR:2019:1234.
Feiten van de zaak
In deze zaak ging het om een persoon die tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad opzettelijk en wederrechtelijk de vergadering verstoorde. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het roepen van beledigende en opruiende leuzen, waardoor de vergadering tijdelijk moest worden onderbroken. De verdachte werd vervolgens aangehouden en vervolgd op grond van Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte inderdaad konden worden gekwalificeerd als het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van een openbare samenkomst of vergadering, zoals bedoeld in Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat de verdachte door zijn gedrag de openbare orde tijdens de vergadering ernstig had verstoord. De beledigende en opruiende leuzen hadden niet alleen geleid tot een onderbreking van de vergadering, maar hadden ook een bedreigende sfeer gecreëerd voor de aanwezigen. De rechtbank stelde vast dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk had gehandeld, aangezien hij zich bewust was van de gevolgen van zijn daden en geen rechtvaardigingsgrond kon aanvoeren voor zijn gedrag.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van een openbare samenkomst of vergadering, zoals bedoeld in Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een geldboete van de derde categorie.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd een persoon veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van een openbare vergadering van de gemeenteraad. De verdachte had beledigende en opruiende leuzen geroepen, waardoor de vergadering tijdelijk moest worden onderbroken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het verstoren van de openbare orde en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een geldboete van de derde categorie.
Reflectie
Artikel 142a1 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het handhaven van de openbare orde en veiligheid tijdens openbare samenkomsten en vergaderingen. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast om personen te bestraffen die door hun gedrag de openbare orde verstoren. Het is van groot belang dat dergelijke handelingen worden aangepakt om de rust en veiligheid in de samenleving te waarborgen.