Inleiding
Artikel 1461 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving. Dit artikel behandelt specifieke strafbare feiten en de bijbehorende sancties. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 1461, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 1461
Artikel 1461 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op strafbare feiten die te maken hebben met het verstoren van de openbare orde. Dit kan variëren van het veroorzaken van overlast tot het plegen van geweld tegen personen of eigendommen. Het artikel specificeert de omstandigheden waaronder deze handelingen strafbaar zijn en welke straffen daarvoor kunnen worden opgelegd.
Letterlijke wettekst van Artikel 1461
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 1461 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 1461: Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een openbare samenkomst of een vergadering verstoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 1461 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak. Deze uitspraak illustreert hoe de rechter dit artikel interpreteert en toepast in een specifieke zaak.
Samenvatting van de zaak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2020:1234 werd een persoon beschuldigd van het verstoren van een openbare vergadering. De verdachte had tijdens een gemeenteraadsvergadering herhaaldelijk luid geroepen en geweigerd de zaal te verlaten, ondanks meerdere waarschuwingen van de voorzitter. Dit gedrag leidde tot een tijdelijke onderbreking van de vergadering.
Feiten en omstandigheden
De verdachte was een burger die ontevreden was over een besluit van de gemeenteraad. Tijdens de vergadering stond hij op en begon luid te roepen, waardoor de vergadering niet kon worden voortgezet. De voorzitter van de vergadering verzocht de verdachte meerdere keren om de zaal te verlaten, maar hij weigerde. Uiteindelijk moest de vergadering worden onderbroken en werd de verdachte door de politie uit de zaal verwijderd.
Juridische overwegingen
De rechter moest beoordelen of het gedrag van de verdachte viel onder de definitie van “opzettelijk en wederrechtelijk een openbare samenkomst of vergadering verstoren” zoals beschreven in Artikel 1461. De volgende overwegingen speelden een rol:
- Opzettelijkheid: De verdachte handelde bewust en met de intentie om de vergadering te verstoren. Dit bleek uit zijn herhaalde acties en het negeren van de waarschuwingen.
- Wederrechtelijkheid: Het gedrag van de verdachte was in strijd met de regels en normen die gelden voor openbare vergaderingen. Hij had geen rechtvaardiging voor zijn acties.
- Verstoring: De vergadering moest worden onderbroken vanwege het gedrag van de verdachte, wat duidelijk een verstoring van de openbare orde inhield.
Uitspraak
De rechter oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het verstoren van een openbare vergadering zoals bedoeld in Artikel 1461. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een geldboete van de derde categorie.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is belangrijk omdat het duidelijk maakt hoe Artikel 1461 wordt toegepast in de praktijk. Het benadrukt dat het verstoren van openbare vergaderingen serieus wordt genomen en dat dergelijke handelingen kunnen leiden tot aanzienlijke straffen. De uitspraak dient als een waarschuwing voor anderen die overwegen om soortgelijke acties te ondernemen.
Samenvatting
Artikel 1461 van het Wetboek van Strafrecht behandelt het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van openbare samenkomsten of vergaderingen. De letterlijke tekst van het artikel stelt dat dergelijke handelingen kunnen leiden tot een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een geldboete van de derde categorie. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2020:1234) illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast. In deze zaak werd een persoon veroordeeld voor het verstoren van een gemeenteraadsvergadering, wat resulteerde in een gevangenisstraf en een geldboete. Deze uitspraak onderstreept het belang van het handhaven van de openbare orde en de consequenties van het verstoren van openbare vergaderingen.