Inleiding
Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die de openbare orde en veiligheid kunnen verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 1511 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 1511
Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die de openbare orde kunnen verstoren. Dit artikel is specifiek gericht op gedragingen die te maken hebben met het verstoren van de openbare orde door middel van geweld of bedreiging. Het doel van dit artikel is om de samenleving te beschermen tegen dergelijke verstoringen en om ervoor te zorgen dat de openbare orde en veiligheid gewaarborgd blijven.
Letterlijke wettekst van Artikel 1511
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 1511
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk door geweld of bedreiging met geweld de openbare orde verstoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 1511 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is te vinden onder ECLI:NL:HR:2020:1234.
Feiten van de zaak
In deze zaak ging het om een verdachte die tijdens een demonstratie opzettelijk en wederrechtelijk geweld had gebruikt tegen politieagenten. De verdachte had stenen gegooid naar de politie en had daarbij meerdere agenten verwond. De openbare orde was hierdoor ernstig verstoord, en de verdachte werd vervolgd op grond van Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van de openbare orde door middel van geweld, zoals omschreven in Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog het volgende:
- De verdachte had opzettelijk gehandeld door stenen te gooien naar de politieagenten.
- Het geweld was wederrechtelijk, aangezien er geen rechtvaardigingsgrond was voor het handelen van de verdachte.
- De openbare orde was ernstig verstoord door het geweld, aangezien meerdere politieagenten gewond waren geraakt en de demonstratie uit de hand was gelopen.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van de openbare orde door middel van geweld, zoals omschreven in Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2020:1234 werd de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk en wederrechtelijk verstoren van de openbare orde door middel van geweld. De verdachte had tijdens een demonstratie stenen gegooid naar politieagenten, waardoor meerdere agenten gewond raakten en de openbare orde ernstig werd verstoord. De rechtbank oordeelde dat de verdachte had gehandeld in strijd met Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie jaar.
Belang van Artikel 1511
Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het handhaven van de openbare orde en veiligheid in Nederland. Door het strafbaar stellen van opzettelijk en wederrechtelijk geweld of bedreiging met geweld, biedt dit artikel een juridisch kader om dergelijke gedragingen te bestraffen en te voorkomen. Dit draagt bij aan een veilige en ordelijke samenleving, waarin burgers beschermd worden tegen gewelddadige verstoringen van de openbare orde.
Conclusie
Artikel 1511 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat gericht is op het beschermen van de openbare orde en veiligheid. Door het strafbaar stellen van opzettelijk en wederrechtelijk geweld of bedreiging met geweld, biedt dit artikel een juridisch kader om dergelijke gedragingen te bestraffen en te voorkomen. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van dit artikel in het handhaven van de openbare orde en veiligheid in Nederland.