Artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling die betrekking heeft op de onttrekking van minderjarigen aan het wettig gezag of aan het toezicht van degenen die over hen zijn gesteld. Dit artikel is van groot belang in zaken waarbij kinderen zonder toestemming van de wettige voogd of ouder worden meegenomen of vastgehouden. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 279, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 279
Artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het gedrag waarbij iemand een minderjarige onttrekt aan het wettig gezag of aan het toezicht van degenen die over de minderjarige zijn gesteld. Dit betekent dat het strafbaar is om een kind zonder toestemming van de ouder of voogd mee te nemen of vast te houden. Het doel van dit artikel is om de rechten van ouders en voogden te beschermen en te voorkomen dat kinderen zonder toestemming worden weggehaald uit hun vertrouwde omgeving.
Letterlijke wettekst van Artikel 279
De letterlijke tekst van Artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
Artikel 279
1. Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over hem gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dit gezag deswege uitoefent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 279 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een vader beschuldigd van het onttrekken van zijn kind aan het wettig gezag van de moeder. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
In deze zaak had de vader, zonder toestemming van de moeder, hun gezamenlijke kind meegenomen naar het buitenland. De moeder had het wettig gezag over het kind en had geen toestemming gegeven voor deze reis. De vader werd beschuldigd van het onttrekken van het kind aan het wettig gezag van de moeder, zoals bedoeld in Artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de vader schuldig was aan het onttrekken van het kind aan het wettig gezag van de moeder, zoals omschreven in Artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat de vader opzettelijk had gehandeld door het kind zonder toestemming van de moeder mee te nemen naar het buitenland. De rechtbank stelde vast dat de moeder het wettig gezag over het kind had en dat de vader wist dat hij zonder haar toestemming het kind niet mee mocht nemen. De rechtbank oordeelde dat de vader hiermee het kind had onttrokken aan het wettig gezag van de moeder.
Uitspraak
De rechtbank achtte de vader schuldig aan het onttrekken van het kind aan het wettig gezag van de moeder en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes maanden. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de impact op het kind en de moeder bij het bepalen van de strafmaat.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het duidelijk maakt dat het onttrekken van een kind aan het wettig gezag van een ouder een ernstig strafbaar feit is. Het bevestigt dat ouders die zonder toestemming van de andere ouder hun kind meenemen, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Dit onderstreept het belang van het respecteren van het wettig gezag en het beschermen van de rechten van ouders en kinderen.
Conclusie
Artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het beschermen van de rechten van ouders en voogden en het waarborgen van de veiligheid en stabiliteit van minderjarigen. Het artikel stelt strafbaar het gedrag waarbij een minderjarige zonder toestemming wordt onttrokken aan het wettig gezag of toezicht. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke bepalingen met betrekking tot het gezag over minderjarigen.