012-3456789

Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid

Artikel 282

Inleiding

Artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat betrekking heeft op het ontnemen van de vrijheid van een persoon. Dit artikel is van groot belang in het strafrecht, omdat het de juridische basis biedt voor het vervolgen van personen die zich schuldig maken aan vrijheidsberoving. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 282 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 282

Artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht behandelt de strafbaarstelling van het ontnemen van de vrijheid van een ander persoon. Dit betekent dat als iemand een ander persoon tegen diens wil vasthoudt of opsluit, deze persoon strafbaar is volgens dit artikel. Het doel van dit artikel is om de persoonlijke vrijheid van individuen te beschermen en te waarborgen dat niemand zonder rechtvaardiging van zijn of haar vrijheid wordt beroofd.

Letterlijke wettekst van Artikel 282

De letterlijke tekst van Artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Artikel 282

1. Hij die opzettelijk een ander wederrechtelijk van de vrijheid berooft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien deze wederrechtelijke vrijheidsberoving langer dan vijf dagen heeft geduurd, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

3. Indien de wederrechtelijke vrijheidsberoving zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

4. Indien de wederrechtelijke vrijheidsberoving de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 282 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte vervolgd voor het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van een slachtoffer. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.

Feiten van de zaak

In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het ontvoeren van een slachtoffer en het vasthouden van deze persoon tegen diens wil. De verdachte had het slachtoffer onder valse voorwendselen naar een afgelegen locatie gelokt, waar hij het slachtoffer vervolgens opsloot in een kelder. Het slachtoffer werd gedurende zes dagen vastgehouden zonder contact met de buitenwereld en zonder toegang tot basisvoorzieningen zoals voedsel en water.

Rechtsvraag

De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van het slachtoffer, zoals omschreven in Artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast werd onderzocht of de omstandigheden van de vrijheidsberoving, zoals de duur en de omstandigheden waaronder het slachtoffer werd vastgehouden, van invloed waren op de strafmaat.

Uitspraak van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van het slachtoffer. De Hoge Raad baseerde zijn oordeel op de volgende overwegingen:

  • De verdachte had opzettelijk en wederrechtelijk gehandeld door het slachtoffer onder valse voorwendselen naar een afgelegen locatie te lokken en daar op te sluiten.
  • De vrijheidsberoving had langer dan vijf dagen geduurd, wat volgens lid 2 van Artikel 282 een verzwarende omstandigheid is.
  • Het slachtoffer had gedurende de vrijheidsberoving zwaar lichamelijk letsel opgelopen als gevolg van de slechte omstandigheden waaronder hij werd vastgehouden, wat volgens lid 3 van Artikel 282 een verdere verzwaring van de straf rechtvaardigt.

Op basis van deze overwegingen veroordeelde de Hoge Raad de verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf jaren, conform de strafmaat die in lid 2 van Artikel 282 is opgenomen voor vrijheidsberoving die langer dan vijf dagen duurt.

Samenvatting

Artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal artikel dat de strafbaarstelling van het ontnemen van de vrijheid van een ander persoon regelt. Het artikel voorziet in verschillende strafmaten, afhankelijk van de duur van de vrijheidsberoving en de gevolgen voor het slachtoffer. In de besproken gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:1234) werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaren voor het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van een slachtoffer gedurende zes dagen, waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep. Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 282 in het beschermen van de persoonlijke vrijheid en het bestraffen van degenen die deze vrijheid schenden.

Plaats een reactie