012-3456789

Misdrijven tegen de veiligheid van de staat

Artikel 94

Inleiding

Artikel 94 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de bevoegdheid van de politie en andere opsporingsambtenaren om voorwerpen in beslag te nemen die van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar een strafbaar feit. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 94, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 94

Artikel 94 van het Wetboek van Strafrecht geeft de politie en andere opsporingsambtenaren de bevoegdheid om voorwerpen in beslag te nemen die van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar een strafbaar feit. Dit kan bijvoorbeeld gaan om bewijsmateriaal zoals wapens, drugs, documenten of elektronische apparaten. De inbeslagname kan plaatsvinden tijdens een huiszoeking, een aanhouding of op een andere manier waarbij de opsporingsambtenaren toegang hebben tot de voorwerpen.

De inbeslagname is bedoeld om ervoor te zorgen dat het bewijsmateriaal beschikbaar blijft voor het onderzoek en de eventuele rechtszaak. Het kan ook dienen om te voorkomen dat de voorwerpen worden gebruikt om verdere strafbare feiten te plegen. De inbeslagname moet altijd plaatsvinden binnen de grenzen van de wet en onder toezicht van een rechter-commissaris.

Letterlijke wettekst van Artikel 94

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 94 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 94

1. Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen, alsmede voorwerpen waarvan verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.

2. Inbeslagneming kan geschieden in het belang van de strafvordering.

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 94 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2016:2454. In deze zaak ging het om de vraag of de inbeslagname van een aantal elektronische apparaten rechtmatig was.

Feiten van de zaak

In deze zaak werd de verdachte aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een grootschalige drugsoperatie. Tijdens de aanhouding werden verschillende elektronische apparaten, waaronder laptops en mobiele telefoons, in beslag genomen. De verdachte stelde dat de inbeslagname onrechtmatig was omdat de apparaten geen direct verband hielden met het strafbare feit waarvoor hij was aangehouden.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de inbeslagname van de elektronische apparaten rechtmatig was op grond van Artikel 94 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de Hoge Raad

De Hoge Raad overwoog dat voorwerpen vatbaar zijn voor inbeslagname als zij kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. De Hoge Raad stelde dat elektronische apparaten zoals laptops en mobiele telefoons vaak belangrijke informatie kunnen bevatten die relevant is voor het onderzoek naar een strafbaar feit. Dit kan bijvoorbeeld gaan om communicatiegegevens, locatiegegevens of andere digitale sporen.

De Hoge Raad benadrukte dat de inbeslagname van dergelijke apparaten in het belang van de strafvordering kan zijn, zelfs als er op het moment van de inbeslagname nog geen direct bewijs is dat de apparaten verband houden met het strafbare feit. Het is voldoende dat er een redelijke verdenking bestaat dat de apparaten relevante informatie kunnen bevatten.

Uitspraak

De Hoge Raad oordeelde dat de inbeslagname van de elektronische apparaten rechtmatig was op grond van Artikel 94 van het Wetboek van Strafrecht. De apparaten konden dienen om de waarheid aan de dag te brengen en de inbeslagname was in het belang van de strafvordering. De klacht van de verdachte werd daarom verworpen.

Samenvatting

Artikel 94 van het Wetboek van Strafrecht speelt een essentiële rol in de Nederlandse strafrechtelijke procedure door opsporingsambtenaren de bevoegdheid te geven om voorwerpen in beslag te nemen die van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar een strafbaar feit. De inbeslagname kan plaatsvinden tijdens verschillende fasen van het opsporingsproces en is bedoeld om bewijsmateriaal veilig te stellen en verdere strafbare feiten te voorkomen.

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 94 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2016:2454. In deze zaak bevestigde de Hoge Raad dat de inbeslagname van elektronische apparaten rechtmatig was, zelfs als er op het moment van de inbeslagname nog geen direct bewijs was dat de apparaten verband hielden met het strafbare feit. De Hoge Raad benadrukte dat het voldoende is dat er een redelijke verdenking bestaat dat de apparaten relevante informatie kunnen bevatten.

Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 94 in het waarborgen van een effectief en rechtvaardig strafrechtelijk onderzoek. Het biedt opsporingsambtenaren de nodige instrumenten om bewijsmateriaal veilig te stellen en draagt bij aan de waarheidsvinding in strafzaken.

Plaats een reactie