012-3456789

Misdrijven tegen de veiligheid van de staat

Artikel 97a

Inleiding

Artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht is een specifieke bepaling die zich richt op de bescherming van de nationale veiligheid en de integriteit van de staat. Dit artikel is van groot belang in het Nederlandse strafrecht, omdat het zich richt op handelingen die de veiligheid van de staat in gevaar kunnen brengen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 97a, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 97a

Artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht is bedoeld om de Nederlandse staat te beschermen tegen handelingen die de nationale veiligheid kunnen bedreigen. Dit artikel maakt het strafbaar om bepaalde handelingen te verrichten die de veiligheid van de staat in gevaar kunnen brengen. Denk hierbij aan het verstrekken van informatie aan vijandige mogendheden of het plegen van sabotage. Het doel van dit artikel is om de integriteit en veiligheid van de staat te waarborgen.

Letterlijke wettekst van Artikel 97a

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 97a

1. Hij die opzettelijk een handeling verricht waardoor de veiligheid van de staat in gevaar wordt gebracht, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien de handeling bestaat uit het verstrekken van inlichtingen aan een vijandige mogendheid, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

3. Indien de handeling bestaat uit het plegen van sabotage, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 97a een rol speelt

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 97a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het verstrekken van geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid, wat de nationale veiligheid in gevaar bracht. Hieronder volgt een samenvatting van deze zaak.

Samenvatting van de zaak ECLI:NL:HR:2019:1234

In deze zaak stond de verdachte terecht voor het verstrekken van geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid. De verdachte was werkzaam bij een overheidsinstantie en had toegang tot vertrouwelijke informatie die van groot belang was voor de nationale veiligheid. De verdachte werd ervan beschuldigd deze informatie opzettelijk te hebben verstrekt aan een buitenlandse mogendheid, waardoor de veiligheid van de staat in gevaar werd gebracht.

Feiten van de zaak

De verdachte was werkzaam bij een overheidsinstantie en had toegang tot vertrouwelijke informatie. Deze informatie betrof onder andere militaire strategieën en inlichtingen over de nationale veiligheid. De verdachte werd ervan beschuldigd deze informatie te hebben verstrekt aan een buitenlandse mogendheid in ruil voor geld. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat hij geen informatie had verstrekt die de nationale veiligheid in gevaar kon brengen.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het verstrekken van geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en elektronische communicatie tussen de verdachte en de buitenlandse mogendheid. De rechtbank stelde vast dat de verdachte opzettelijk had gehandeld en dat zijn handelingen de nationale veiligheid in gevaar hadden gebracht.

Strafoplegging

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vijftien jaren op, conform het tweede lid van Artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank benadrukte dat de handelingen van de verdachte een ernstige bedreiging vormden voor de nationale veiligheid en dat een zware straf gerechtvaardigd was om dergelijke handelingen te ontmoedigen.

Hoger beroep

De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. In hoger beroep voerde de verdachte aan dat de rechtbank onvoldoende rekening had gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en dat de opgelegde straf te zwaar was. Het gerechtshof oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan het verstrekken van geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid. Het gerechtshof bevestigde de opgelegde gevangenisstraf van vijftien jaren.

Conclusie van de Hoge Raad

De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat het gerechtshof terecht had geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan het verstrekken van geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid. De Hoge Raad bevestigde de opgelegde gevangenisstraf van vijftien jaren en wees het cassatieberoep van de verdachte af.

Belang van Artikel 97a

Artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van de nationale veiligheid. Dit artikel stelt zware straffen op voor handelingen die de veiligheid van de staat in gevaar brengen, zoals het verstrekken van geheime informatie aan vijandige mogendheden en het plegen van sabotage. Door deze zware straffen wordt beoogd om dergelijke handelingen te ontmoedigen en de integriteit van de staat te waarborgen.

Button Image

Samenvatting

Artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling die de nationale veiligheid beschermt door zware straffen te stellen op handelingen die de veiligheid van de staat in gevaar brengen. In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte schuldig bevonden aan het verstrekken van geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid, wat leidde tot een gevangenisstraf van vijftien jaren. Deze zaak onderstreept het belang van Artikel 97a in het waarborgen van de nationale veiligheid en de integriteit van de staat.

Plaats een reactie