Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling in de Nederlandse wetgeving die zich richt op de bescherming van minderjarigen tegen schadelijke inhoud. Dit artikel stelt strafbaar het verspreiden, tentoonstellen of bezitten van kinderpornografisch materiaal. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 240ter, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 240ter
Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht is specifiek gericht op het bestrijden van kinderpornografie. Het artikel maakt het strafbaar om kinderpornografisch materiaal te verspreiden, tentoon te stellen, te vervaardigen, in bezit te hebben of te downloaden. Het doel van deze wetgeving is om minderjarigen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. De straffen voor overtreding van dit artikel kunnen variëren van geldboetes tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van de overtreding.
Letterlijke wettekst van Artikel 240ter
De letterlijke tekst van Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
Artikel 240ter
1. Hij die een afbeelding – of een gegevensdrager bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert, verworven heeft of in bezit heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf, bedoeld in het eerste lid, een beroep of gewoonte maakt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Onder afbeelding als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een afbeelding waarvan de verschijning door middel van een geautomatiseerd werk kan worden opgeroepen.
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 240ter een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2013:BY5321. Deze zaak betrof een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de zaak
De verdachte werd beschuldigd van het in bezit hebben van een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. Tijdens een huiszoeking werden diverse gegevensdragers aangetroffen waarop afbeeldingen en video’s van seksuele gedragingen met minderjarigen stonden. De verdachte had deze bestanden gedownload en opgeslagen op zijn computer en externe harde schijven.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal zoals bedoeld in Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat de verdachte bewust en opzettelijk kinderpornografisch materiaal had gedownload en opgeslagen. De verdachte had geen toestemming van de betrokken minderjarigen en was zich bewust van de illegale aard van zijn handelingen. De rechtbank benadrukte het belang van de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik en wees op de schadelijke gevolgen van kinderpornografie voor de slachtoffers.
Uitspraak
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werd de verdachte verplicht om deel te nemen aan een behandelprogramma voor zedendelinquenten.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak onderstreept het belang van de strikte handhaving van Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht. Het toont aan dat de rechterlijke macht serieus optreedt tegen overtredingen van dit artikel en dat er zware straffen kunnen worden opgelegd aan degenen die zich schuldig maken aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De uitspraak benadrukt ook het belang van behandeling en rehabilitatie van zedendelinquenten om herhaling te voorkomen.
Samenvatting
Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht is een cruciale bepaling die gericht is op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het artikel stelt het verspreiden, tentoonstellen, vervaardigen, in bezit hebben of downloaden van kinderpornografisch materiaal strafbaar. De straffen voor overtreding van dit artikel kunnen variëren van geldboetes tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van de overtreding.
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 240ter een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2013:BY5321. In deze zaak werd de verdachte schuldig bevonden aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal en werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van drie jaar. Deze uitspraak onderstreept het belang van de strikte handhaving van Artikel 240ter en het belang van behandeling en rehabilitatie van zedendelinquenten.
Conclusie
Artikel 240ter van het Wetboek van Strafrecht speelt een essentiële rol in de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. De strikte handhaving van dit artikel en de zware straffen die kunnen worden opgelegd aan overtreders, tonen aan dat de Nederlandse wetgeving en rechtspraak serieus optreden tegen kinderpornografie. Het is van groot belang dat deze wetgeving blijft bestaan en wordt gehandhaafd om de veiligheid en het welzijn van minderjarigen te waarborgen.