012-3456789

Misdrijven tegen de zeden

Artikel 241

Inleiding

Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van de openbare zeden. Dit artikel stelt specifieke gedragingen strafbaar die als schadelijk voor de openbare orde en zedelijkheid worden beschouwd. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 241, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief een samenvatting en de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 241

Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van het verspreiden, openlijk tentoonstellen of aanbieden van pornografisch materiaal aan minderjarigen. Het doel van dit artikel is om minderjarigen te beschermen tegen schadelijke invloeden en om de openbare zedelijkheid te waarborgen. Het artikel maakt onderscheid tussen verschillende vormen van verspreiding en stelt specifieke straffen vast voor overtredingen.

Letterlijke wettekst van Artikel 241

De letterlijke tekst van Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Artikel 241

Hij die een afbeelding of een voorwerp, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, niet zijnde een afbeelding van een seksuele gedraging van kennelijk vrijwillig handelende personen van zestien jaren of ouder, verspreidt, openlijk tentoonstelt, aan iemand vertoont of aanbiedt, dan wel een afbeelding of een voorwerp, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging van een dier verspreidt, openlijk tentoonstelt, aan iemand vertoont of aanbiedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 241 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een verdachte vervolgd voor het verspreiden van pornografisch materiaal aan minderjarigen via een online platform. De uitspraak van de Hoge Raad biedt inzicht in de toepassing van Artikel 241 en de overwegingen die de rechter heeft gemaakt bij het beoordelen van de zaak.

Samenvatting van de zaak

In de zaak ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte beschuldigd van het verspreiden van pornografisch materiaal aan minderjarigen via een online platform. De verdachte had meerdere afbeeldingen en video’s met expliciete seksuele inhoud gedeeld in een chatgroep waarin ook minderjarigen aanwezig waren. De zaak kwam aan het licht nadat een ouder van een van de minderjarigen melding had gemaakt bij de politie.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het verspreiden van pornografisch materiaal aan minderjarigen, zoals bedoeld in Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.

In hoger beroep bevestigde het gerechtshof de uitspraak van de rechtbank en benadrukte dat het verspreiden van pornografisch materiaal aan minderjarigen een ernstige overtreding is die schadelijke gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van minderjarigen. Het hof wees erop dat de verdachte zich bewust had moeten zijn van de aanwezigheid van minderjarigen in de chatgroep en dat hij door zijn handelen de openbare zedelijkheid had geschonden.

De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat het gerechtshof de juiste toepassing had gegeven aan Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht en dat de opgelegde straf passend was gezien de ernst van de overtreding. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep en bevestigde de uitspraak van het gerechtshof.

Overwegingen

Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van minderjarigen tegen schadelijke invloeden en in het waarborgen van de openbare zedelijkheid. De zaak ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe de rechterlijke macht dit artikel toepast en welke overwegingen een rol spelen bij het beoordelen van overtredingen.

De uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het belang van het beschermen van minderjarigen tegen pornografisch materiaal en bevestigt dat het verspreiden van dergelijk materiaal aan minderjarigen een ernstige overtreding is die streng bestraft moet worden. De zaak benadrukt ook dat personen die zich schuldig maken aan het verspreiden van pornografisch materiaal aan minderjarigen zich bewust moeten zijn van de schadelijke gevolgen van hun handelen en de verantwoordelijkheid die zij dragen om de openbare zedelijkheid te respecteren.

Daarnaast toont de zaak aan dat de rechterlijke macht zorgvuldig overweegt welke straf passend is gezien de ernst van de overtreding en de omstandigheden van de verdachte. In dit geval werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf en een taakstraf, wat aangeeft dat de rechter zowel de ernst van de overtreding als de noodzaak van rehabilitatie en heropvoeding in overweging heeft genomen.

Button Image

Conclusie

Artikel 241 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van minderjarigen en de openbare zedelijkheid. De zaak ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en welke overwegingen een rol spelen bij het beoordelen van overtredingen. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt het belang van het beschermen van minderjarigen tegen pornografisch materiaal en onderstreept de verantwoordelijkheid van individuen om de openbare zedelijkheid te respecteren. Het is van cruciaal belang dat de wetgeving en de rechterlijke macht blijven samenwerken om de bescherming van minderjarigen en de openbare zedelijkheid te waarborgen.

Plaats een reactie