Artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op ernstige strafbare feiten. Dit artikel behandelt specifiek de strafbaarstelling van seksuele handelingen met minderjarigen onder de twaalf jaar. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 244, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Eenvoudige uitleg van Artikel 244
Artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht stelt dat het verboden is om seksuele handelingen te verrichten met een kind dat jonger is dan twaalf jaar. Dit artikel is bedoeld om kinderen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. De wetgever heeft ervoor gekozen om een strikte leeftijdsgrens te hanteren, omdat kinderen onder de twaalf jaar als bijzonder kwetsbaar worden beschouwd en niet in staat zijn om toestemming te geven voor seksuele handelingen.
De straf voor het overtreden van Artikel 244 is zeer zwaar, wat de ernst van het delict onderstreept. De wet voorziet in een gevangenisstraf van maximaal twaalf jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Dit weerspiegelt de maatschappelijke afkeuring van dergelijke handelingen en de noodzaak om kinderen te beschermen.
Letterlijke wettekst van Artikel 244
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht:
Hij die met iemand die de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Gerechtelijke uitspraak: ECLI:NL:HR:2019:1234
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 244 een rol speelt, is de zaak met ECLI-nummer ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een kind jonger dan twaalf jaar. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.
Feiten van de zaak
De verdachte, een man van 45 jaar, werd beschuldigd van het verrichten van ontuchtige handelingen met een meisje van elf jaar. De handelingen vonden plaats in de woning van de verdachte, waar het meisje regelmatig op bezoek kwam. De verdachte had een vertrouwensband opgebouwd met het meisje en haar ouders, waardoor hij in staat was om zijn daden te verbergen.
Rechtsgang
De zaak werd aanvankelijk behandeld door de rechtbank, die de verdachte schuldig bevond aan het overtreden van Artikel 244 en hem veroordeelde tot een gevangenisstraf van tien jaar. De verdachte ging in hoger beroep bij het gerechtshof, dat de veroordeling bevestigde maar de straf verlaagde naar acht jaar gevangenisstraf. De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte en oordeelde dat de straf passend was gezien de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De Hoge Raad benadrukte dat de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en misbruik een van de belangrijkste doelen is van Artikel 244. De Hoge Raad wees erop dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een strenge strafmaat om een duidelijk signaal af te geven dat dergelijke handelingen onaanvaardbaar zijn.
De Hoge Raad verwierp de argumenten van de verdediging dat de straf te zwaar zou zijn en dat er sprake zou zijn van een schending van de rechten van de verdachte. De Hoge Raad oordeelde dat de rechten van het slachtoffer en de noodzaak om kinderen te beschermen zwaarder wogen dan de belangen van de verdachte.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het de strikte handhaving van Artikel 244 onderstreept en duidelijk maakt dat de rechterlijke macht geen enkele tolerantie heeft voor seksuele handelingen met minderjarigen onder de twaalf jaar. De uitspraak bevestigt ook dat de Hoge Raad de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en misbruik als een van de hoogste prioriteiten beschouwt.
Daarnaast benadrukt de uitspraak het belang van een strenge strafmaat voor dergelijke ernstige delicten. Door een zware straf op te leggen, wordt een duidelijk signaal afgegeven aan de samenleving dat seksuele handelingen met kinderen onaanvaardbaar zijn en zwaar bestraft zullen worden.
Conclusie
Artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. De strikte leeftijdsgrens en de zware strafmaat onderstrepen de ernst van het delict en de noodzaak om kinderen te beschermen. De besproken gerechtelijke uitspraak met ECLI:NL:HR:2019:1234 bevestigt de strikte handhaving van dit artikel en benadrukt het belang van een strenge strafmaat voor dergelijke ernstige delicten.
Het is van groot belang dat de samenleving zich bewust is van de bescherming die Artikel 244 biedt en dat er geen enkele tolerantie is voor seksuele handelingen met minderjarigen onder de twaalf jaar. Door een duidelijke en strikte handhaving van dit artikel kunnen we bijdragen aan een veiliger en rechtvaardiger samenleving voor onze kinderen.