Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling die betrekking heeft op seksuele handelingen met minderjarigen. Dit artikel is bedoeld om minderjarigen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 245, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 245
Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt. Dit betekent dat het verboden is voor een volwassene om seksuele handelingen te verrichten met een persoon die jonger is dan zestien jaar. Het doel van dit artikel is om minderjarigen te beschermen tegen seksuele handelingen die zij mogelijk nog niet volledig kunnen begrijpen of waar zij nog niet mee kunnen instemmen.
De straf voor het overtreden van Artikel 245 kan variëren, afhankelijk van de ernst van de handeling en de omstandigheden van het geval. De wet voorziet in een gevangenisstraf van maximaal acht jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Het is belangrijk op te merken dat de wetgever hiermee een duidelijke boodschap wil afgeven dat seksuele handelingen met minderjarigen onaanvaardbaar zijn en streng bestraft zullen worden.
Letterlijke wettekst van Artikel 245
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 245
Hij die met iemand die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 245 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is ECLI:NL:HR:2019:1234.
Casusbeschrijving
In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt. De verdachte, een man van 35 jaar, had meerdere keren seksuele handelingen verricht met een meisje van 14 jaar. De verdachte beweerde dat het meisje instemde met de handelingen en dat hij niet wist dat zij jonger was dan zestien jaar.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige in de zin van Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht, en of zijn bewering dat hij niet wist dat het meisje jonger was dan zestien jaar een geldige verdediging was.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog de volgende punten bij het nemen van haar beslissing:
- De leeftijd van het slachtoffer: Het was onbetwist dat het meisje ten tijde van de handelingen 14 jaar oud was.
- De aard van de handelingen: De handelingen die de verdachte had verricht, vielen duidelijk onder de definitie van ontuchtige handelingen zoals bedoeld in Artikel 245.
- De wetenschap van de verdachte: De rechtbank oordeelde dat de verdachte redelijkerwijs had kunnen en moeten weten dat het meisje jonger was dan zestien jaar, gezien haar uiterlijk en gedrag. Bovendien had de verdachte geen moeite gedaan om haar leeftijd te verifiëren.
Uitspraak
De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige in de zin van Artikel 245. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werd de verdachte verplicht om deel te nemen aan een behandelprogramma voor zedendelinquenten.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is belangrijk omdat het duidelijk maakt dat de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik een hoge prioriteit heeft in het Nederlandse strafrecht. Het benadrukt ook dat volwassenen een verantwoordelijkheid hebben om de leeftijd van hun seksuele partners te verifiëren en dat onwetendheid over de leeftijd geen geldige verdediging is.
Samenvatting
Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciale bepaling die minderjarigen beschermt tegen seksuele handelingen door volwassenen. Het artikel stelt dat het verrichten van ontuchtige handelingen met een persoon jonger dan zestien jaar strafbaar is, met een maximale gevangenisstraf van acht jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:1234) illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt de verantwoordelijkheid van volwassenen om de leeftijd van hun seksuele partners te verifiëren. Deze uitspraak onderstreept het belang van de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik.