Inleiding
Artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op seksuele misdrijven. Dit artikel richt zich specifiek op het strafbaar stellen van seksuele intimidatie en aanranding. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 246 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een cruciale rol speelde.
Simpele uitleg van Artikel 246
Artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om iemand door middel van geweld of een andere feitelijkheid, of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te dwingen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen. Dit betekent dat het verboden is om iemand te dwingen tot seksuele handelingen tegen zijn of haar wil. De straf voor dit misdrijf kan variëren, maar kan oplopen tot gevangenisstraf.
Letterlijke wettekst van Artikel 246
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht:
“Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 246 een rol speelde, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het dwingen van een slachtoffer tot seksuele handelingen door middel van bedreiging en geweld. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
De verdachte, een man van 35 jaar, werd beschuldigd van het dwingen van een 22-jarige vrouw tot seksuele handelingen. De verdachte had het slachtoffer bedreigd met fysiek geweld en haar vervolgens gedwongen om seksuele handelingen te verrichten. Het slachtoffer had meerdere keren aangegeven dat zij niet wilde, maar de verdachte had haar bedreigd en fysiek geïntimideerd totdat zij toegaf.
Rechtsgang
De zaak werd eerst behandeld door de rechtbank, waar de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De verdachte ging in hoger beroep, maar het gerechtshof bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Uiteindelijk werd de zaak voorgelegd aan de Hoge Raad, die de veroordeling opnieuw bevestigde.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat de gedragingen van de verdachte duidelijk vielen onder de definitie van Artikel 246. De bedreigingen en het gebruik van geweld door de verdachte waren voldoende om aan te tonen dat het slachtoffer was gedwongen tot seksuele handelingen. De Hoge Raad benadrukte dat het niet uitmaakt of het slachtoffer uiteindelijk toegaf; het feit dat zij werd gedwongen door middel van bedreiging en geweld was voldoende voor een veroordeling onder Artikel 246.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De Hoge Raad benadrukte dat seksuele misdrijven zoals beschreven in Artikel 246 ernstig zijn en dat de wet strenge straffen voorschrijft om dergelijke gedragingen te ontmoedigen en slachtoffers te beschermen.
Samenvatting
Artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat seksuele intimidatie en aanranding strafbaar stelt. Het artikel maakt het strafbaar om iemand door middel van geweld of bedreiging te dwingen tot seksuele handelingen. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelde, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin de Hoge Raad de veroordeling van een verdachte bevestigde die een slachtoffer had gedwongen tot seksuele handelingen door middel van bedreiging en geweld. Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 246 in het beschermen van slachtoffers en het bestraffen van daders van seksuele misdrijven.