Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling in de Nederlandse wetgeving die betrekking heeft op seksuele handelingen met minderjarigen. Dit artikel is specifiek gericht op het beschermen van jongeren tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 248bis, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 248bis
Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt. Dit betekent dat het verboden is voor een volwassene om seksuele handelingen te verrichten met een kind onder de zestien jaar. Het doel van dit artikel is om minderjarigen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen.
De wetgever heeft dit artikel ingevoerd om ervoor te zorgen dat minderjarigen beschermd worden tegen volwassenen die misbruik maken van hun kwetsbaarheid en onervarenheid. Het artikel is van toepassing op alle vormen van seksuele handelingen, ongeacht of deze met wederzijdse instemming plaatsvinden. Dit betekent dat zelfs als het kind instemt met de seksuele handeling, de volwassene nog steeds strafbaar is.
Letterlijke wettekst van Artikel 248bis
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 248bis
Hij die met iemand die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 248bis een rol speelt
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 248bis een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een man veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de zaak
In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het verrichten van ontuchtige handelingen met een meisje van vijftien jaar. De verdachte had het meisje via sociale media benaderd en haar overgehaald om met hem af te spreken. Tijdens deze ontmoeting had de verdachte seksuele handelingen met het meisje verricht. Het meisje had aanvankelijk ingestemd met de ontmoeting, maar had later verklaard dat zij zich onder druk gezet voelde door de verdachte.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige in de zin van Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat het meisje had ingestemd met de seksuele handelingen en dat er daarom geen sprake was van dwang of misbruik.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechtbank overwoog dat Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht geen onderscheid maakt tussen seksuele handelingen met en zonder instemming van de minderjarige. Het enkele feit dat de minderjarige de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, was voldoende om de verdachte strafbaar te stellen.
De rechtbank wees erop dat het doel van Artikel 248bis is om minderjarigen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen. De wetgever heeft bewust gekozen voor een leeftijdsgrens van zestien jaar om ervoor te zorgen dat minderjarigen beschermd worden tegen volwassenen die misbruik maken van hun kwetsbaarheid en onervarenheid. De instemming van de minderjarige doet hieraan niets af.
De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie. Daarnaast werd de verdachte verplicht om zich te laten behandelen voor zijn seksuele gedragsproblemen en werd hem een contactverbod met het slachtoffer opgelegd.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht in de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het maakt duidelijk dat volwassenen die seksuele handelingen verrichten met minderjarigen onder de zestien jaar, strafbaar zijn, ongeacht of de minderjarige instemt met de handelingen. Dit is een belangrijke boodschap voor zowel minderjarigen als volwassenen en draagt bij aan de bescherming van kwetsbare jongeren.
Conclusie
Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht is een cruciale bepaling in de Nederlandse wetgeving die minderjarigen beschermt tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen. Het artikel stelt strafbaar het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, ongeacht of deze met wederzijdse instemming plaatsvinden. De gerechtelijke uitspraak met ECLI:NL:HR:2019:1234 benadrukt het belang van deze bescherming en maakt duidelijk dat volwassenen die misbruik maken van de kwetsbaarheid en onervarenheid van minderjarigen, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Het is van groot belang dat zowel minderjarigen als volwassenen zich bewust zijn van de bescherming die Artikel 248bis biedt en de consequenties van het overtreden van deze wet.