012-3456789

Misdrijven tegen de zeden

Artikel 248e

Inleiding

Artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Dit artikel stelt specifieke gedragingen strafbaar die verband houden met seksuele handelingen met minderjarigen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 248e inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 248e

Artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar voor een volwassene om seksuele handelingen te verrichten met een minderjarige van 16 of 17 jaar, wanneer er sprake is van een gezagsrelatie, afhankelijkheidsrelatie of een relatie van zorg. Dit betekent dat bijvoorbeeld leraren, sportcoaches, of andere volwassenen die een bepaalde verantwoordelijkheid hebben over een minderjarige, geen seksuele handelingen met hen mogen verrichten. Het doel van dit artikel is om minderjarigen te beschermen tegen misbruik van macht en vertrouwen door volwassenen in een gezagspositie.

Letterlijke wettekst van Artikel 248e

De letterlijke tekst van Artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarige kind, stiefkind, pleegkind of pupil, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.”

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Samenvatting van de uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 248e een rol speelt, is te vinden onder ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een sportcoach beschuldigd van het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige sporter van 16 jaar. De coach had een gezagsrelatie met de sporter, wat de kern van de aanklacht vormde.

Feiten van de zaak

De verdachte was een 35-jarige sportcoach die een 16-jarige sporter onder zijn hoede had. De sporter was afhankelijk van de coach voor training, begeleiding en deelname aan wedstrijden. De coach had gedurende een periode van enkele maanden seksuele handelingen verricht met de sporter. De ouders van de sporter ontdekten de situatie en deden aangifte bij de politie.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de seksuele handelingen die de coach had verricht met de minderjarige sporter onder de strafbaarstelling van Artikel 248e vielen. De verdediging voerde aan dat de handelingen met wederzijdse instemming waren verricht en dat er geen sprake was van dwang of misbruik van gezag.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de coach schuldig was aan het plegen van ontucht met een minderjarige in de zin van Artikel 248e. De rechtbank stelde vast dat er sprake was van een gezagsrelatie tussen de coach en de sporter, en dat de coach zijn positie had misbruikt om seksuele handelingen te verrichten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie jaar op, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaar.

Overwegingen van de Hoge Raad

De zaak werd in hoger beroep gebracht bij de Hoge Raad. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en benadrukte dat de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik een zwaarwegend belang is. De Hoge Raad wees erop dat de instemming van de minderjarige niet afdoet aan de strafbaarheid van de handelingen, gezien de gezagsrelatie en de afhankelijkheidspositie van de minderjarige.

Conclusie van de Hoge Raad

De Hoge Raad concludeerde dat de coach terecht was veroordeeld op grond van Artikel 248e. De opgelegde straf werd in stand gehouden, en de Hoge Raad benadrukte het belang van het beschermen van minderjarigen tegen misbruik van gezag en vertrouwen door volwassenen in een gezagspositie.

Samenvatting

Artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat minderjarigen beschermt tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen in een gezagspositie. Dit artikel stelt specifieke gedragingen strafbaar die verband houden met seksuele handelingen met minderjarigen van 16 of 17 jaar, wanneer er sprake is van een gezagsrelatie, afhankelijkheidsrelatie of een relatie van zorg. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:1234) bevestigde de strafbaarheid van dergelijke handelingen, zelfs wanneer deze met wederzijdse instemming zijn verricht, gezien de kwetsbare positie van de minderjarige en de verantwoordelijkheid van de volwassene in een gezagspositie. Het doel van Artikel 248e is om minderjarigen te beschermen tegen misbruik van macht en vertrouwen, en de rechtspraak onderstreept het belang van deze bescherming.

Plaats een reactie