012-3456789

Misdrijven tegen de zeden

Artikel 251bis

Inleiding

Artikel 251bis van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling die betrekking heeft op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Dit artikel is specifiek gericht op het strafbaar stellen van bepaalde gedragingen die verband houden met het seksueel misbruik van kinderen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 251bis, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 251bis

Artikel 251bis van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om seksuele handelingen te verrichten met een minderjarige onder de 16 jaar. Dit artikel is bedoeld om kinderen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik door volwassenen. Het artikel stelt dat het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige onder de 16 jaar strafbaar is, ongeacht of de minderjarige hiermee instemt. De wetgever heeft hiermee willen voorkomen dat kinderen worden blootgesteld aan seksuele handelingen waarvoor zij nog niet de emotionele en psychologische rijpheid hebben om deze te begrijpen en te verwerken.

Letterlijke wettekst van Artikel 251bis

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 251bis van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 251bis

Hij die met een persoon beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 251bis een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een verdachte vervolgd voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige onder de 16 jaar. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Feiten van de zaak

De verdachte, een man van 35 jaar, werd beschuldigd van het verrichten van ontuchtige handelingen met een meisje van 14 jaar. De verdachte had via sociale media contact gelegd met het meisje en haar vervolgens meerdere keren ontmoet. Tijdens deze ontmoetingen had de verdachte seksuele handelingen verricht met het meisje. De ouders van het meisje ontdekten de contacten en deden aangifte bij de politie.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige onder de 16 jaar, zoals bedoeld in Artikel 251bis van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de verdachte bewust contact had gezocht met het minderjarige meisje en haar had overgehaald om seksuele handelingen te verrichten. De rechtbank stelde vast dat de verdachte wist dat het meisje jonger was dan 16 jaar en dat hij desondanks seksuele handelingen met haar had verricht. De rechtbank benadrukte dat de instemming van het meisje niet relevant was, aangezien de wetgever met Artikel 251bis juist beoogt minderjarigen te beschermen tegen seksuele handelingen waarvoor zij nog niet de emotionele en psychologische rijpheid hebben.

Uitspraak

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige onder de 16 jaar en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de verdachte verplicht om deel te nemen aan een behandelprogramma voor zedendelinquenten.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 251bis in het beschermen van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. De rechtbank maakte duidelijk dat de instemming van de minderjarige geen rol speelt bij de strafbaarheid van de handelingen. Dit benadrukt de verantwoordelijkheid van volwassenen om zich te onthouden van seksuele handelingen met minderjarigen, ongeacht de omstandigheden.

Samenvatting

Artikel 251bis van het Wetboek van Strafrecht is een cruciale bepaling die minderjarigen beschermt tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het artikel stelt dat het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige onder de 16 jaar strafbaar is, ongeacht de instemming van de minderjarige. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:1234) illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van de bescherming van minderjarigen. De uitspraak maakt duidelijk dat volwassenen een grote verantwoordelijkheid dragen om zich te onthouden van seksuele handelingen met minderjarigen, en dat overtreding van deze norm zwaar wordt bestraft.

Plaats een reactie