012-3456789

Misdrijven tegen het leven gericht

Artikel 288a

Inleiding

Artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafverzwarende omstandigheden bij moord en doodslag, specifiek wanneer deze gepleegd worden met terroristisch oogmerk. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 288a inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 288a

Artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht richt zich op moord en doodslag die gepleegd worden met een terroristisch oogmerk. Dit betekent dat de dader de intentie heeft om de bevolking ernstige vrees aan te jagen, de overheid of een internationale organisatie te dwingen iets te doen of na te laten, of de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen. Wanneer moord of doodslag met een dergelijk oogmerk wordt gepleegd, gelden er zwaardere straffen dan bij ‘gewone’ moord of doodslag.

Letterlijke wettekst van Artikel 288a

De letterlijke tekst van Artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Artikel 288a

Indien een van de misdrijven omschreven in de artikelen 287 en 288 wordt gepleegd met een terroristisch oogmerk, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 288a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor moord met een terroristisch oogmerk. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Samenvatting van de uitspraak

In de zaak met ECLI:NL:HR:2018:2206 stond de verdachte terecht voor de moord op een willekeurige voorbijganger in een drukke winkelstraat. De verdachte had verklaard dat hij handelde uit naam van een terroristische organisatie en dat zijn doel was om angst en paniek te zaaien onder de bevolking.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte met een terroristisch oogmerk had gehandeld. Dit bleek onder andere uit de verklaringen van de verdachte zelf, getuigenverklaringen en gevonden bewijsmateriaal zoals brieven en video’s waarin de verdachte zijn daden aankondigde en motiveerde.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een levenslange gevangenisstraf, conform de strafmaat die Artikel 288a voorschrijft voor moord met een terroristisch oogmerk. De Hoge Raad bevestigde deze uitspraak en benadrukte in zijn overwegingen het belang van het bestrijden van terrorisme en het beschermen van de samenleving tegen dergelijke ernstige misdrijven.

Conclusie

Artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bestrijding van terrorisme in Nederland. Het zorgt ervoor dat moord en doodslag gepleegd met een terroristisch oogmerk zwaarder worden bestraft dan ‘gewone’ moord en doodslag. Dit artikel is een belangrijk instrument voor de rechtshandhaving en draagt bij aan de bescherming van de samenleving tegen terroristische dreigingen. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van strenge straffen voor terroristische misdrijven.

Plaats een reactie