Inleiding
Artikel 177a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het strafbaar stellen van omkoping van ambtenaren. Dit artikel is van groot belang voor het waarborgen van de integriteit van het openbaar bestuur en het vertrouwen van de burger in de overheid. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 177a, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 177a
Artikel 177a van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om een ambtenaar om te kopen. Dit betekent dat het verboden is om een ambtenaar geld, geschenken of andere voordelen aan te bieden met de bedoeling om deze ambtenaar te beïnvloeden in de uitoefening van zijn of haar functie. Het doel van dit artikel is om corruptie binnen het openbaar bestuur te voorkomen en te bestrijden.
Omkoping kan zowel actief als passief zijn. Actieve omkoping houdt in dat iemand een ambtenaar een voordeel aanbiedt, terwijl passieve omkoping betekent dat een ambtenaar een voordeel accepteert. Beide vormen van omkoping zijn strafbaar onder Artikel 177a.
Letterlijke wettekst van Artikel 177a
De letterlijke tekst van Artikel 177a van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft:
- a. hij die een ambtenaar een gift of belofte doet of een dienst verleent met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten;
- b. hij die een ambtenaar een gift of belofte doet of een dienst verleent ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door deze in zijn bediening is gedaan of nagelaten.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft de ambtenaar die een gift, belofte of dienst vraagt of aanneemt met het oogmerk of ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn bediening is gedaan of nagelaten.
Gerechtelijke uitspraak
Samenvatting van de zaak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 177a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een ambtenaar beschuldigd van het aannemen van steekpenningen in ruil voor het verstrekken van vergunningen. De ambtenaar had meerdere malen geldbedragen ontvangen van een ondernemer die vergunningen nodig had voor zijn bedrijfsactiviteiten.
Feiten van de zaak
De feiten van de zaak zijn als volgt:
- De verdachte was werkzaam als ambtenaar bij de gemeente en had de bevoegdheid om vergunningen te verstrekken.
- Een ondernemer had meerdere keren geldbedragen aan de verdachte gegeven in ruil voor het snel en gunstig afhandelen van zijn vergunningsaanvragen.
- De verdachte had deze geldbedragen aangenomen en de vergunningen verstrekt zonder de gebruikelijke procedures te volgen.
Rechtsvraag
De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de verdachte zich schuldig had gemaakt aan passieve omkoping zoals bedoeld in Artikel 177a, lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan passieve omkoping. De rechtbank baseerde haar oordeel op de volgende overwegingen:
- De verdachte had geldbedragen aangenomen van de ondernemer met het oogmerk om in ruil daarvoor vergunningen te verstrekken.
- De verdachte had zijn ambtelijke bevoegdheden misbruikt door de vergunningen te verstrekken zonder de gebruikelijke procedures te volgen.
- De verdachte had hiermee het vertrouwen in het openbaar bestuur ernstig geschaad.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van twee jaar en een geldboete van de vijfde categorie.
Hoger beroep
De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. In hoger beroep voerde de verdachte aan dat hij de geldbedragen had aangenomen als leningen en niet als steekpenningen. De verdachte stelde dat hij van plan was om de geldbedragen terug te betalen en dat er geen sprake was van omkoping.
Oordeel van het gerechtshof
Het gerechtshof verwierp het verweer van de verdachte en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het hof overwoog dat de verdachte geen bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de geldbedragen leningen waren. Bovendien achtte het hof het onaannemelijk dat de verdachte de geldbedragen zou hebben aangenomen als leningen, gezien de omstandigheden van de zaak.
Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan passieve omkoping en bevestigde de opgelegde straf van twee jaar gevangenisstraf en een geldboete van de vijfde categorie.
Conclusie
Artikel 177a van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het bestrijden van corruptie binnen het openbaar bestuur. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe dit artikel wordt toegepast in de praktijk en benadrukt het belang van integriteit en transparantie bij ambtenaren. Door strenge straffen op te leggen voor omkoping, draagt Artikel 177a bij aan het handhaven van het vertrouwen van de burger in de overheid en het waarborgen van een eerlijk en rechtvaardig openbaar bestuur.