Inleiding
Artikel 181 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het strafbaar stellen van bepaalde gedragingen die de openbare orde kunnen verstoren. Dit artikel is specifiek gericht op het belemmeren van ambtenaren in de uitoefening van hun functie. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 181 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 181
Artikel 181 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om een ambtenaar te belemmeren in de uitoefening van zijn of haar functie. Dit betekent dat het verboden is om een ambtenaar, zoals een politieagent, brandweerman of een andere overheidsfunctionaris, te hinderen terwijl deze bezig is met zijn of haar werk. Het doel van dit artikel is om ervoor te zorgen dat ambtenaren hun taken zonder onderbreking of belemmering kunnen uitvoeren, wat essentieel is voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid.
Letterlijke wettekst van Artikel 181
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 181 van het Wetboek van Strafrecht:
“Hij die door geweld of bedreiging met geweld een ambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, dwingt tot het verrichten van enige handeling of tot het nalaten van enige handeling, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.”
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 181 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een verdachte veroordeeld voor het belemmeren van een politieagent in de uitoefening van zijn functie. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
In deze zaak ging het om een verdachte die tijdens een demonstratie een politieagent had belemmerd in de uitoefening van zijn functie. De politieagent was bezig met het handhaven van de openbare orde toen de verdachte hem fysiek hinderde door hem vast te pakken en weg te duwen. De verdachte werd vervolgens gearresteerd en aangeklaagd op grond van Artikel 181 van het Wetboek van Strafrecht.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte konden worden gekwalificeerd als het belemmeren van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, zoals bedoeld in Artikel 181 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat de politieagent op het moment van de belemmering rechtmatig bezig was met zijn werkzaamheden. De verdachte had door zijn handelingen de politieagent belemmerd in de uitoefening van zijn functie, wat een directe schending van Artikel 181 inhield. De rechtbank benadrukte dat het essentieel is voor de openbare orde en veiligheid dat ambtenaren hun taken zonder onderbreking kunnen uitvoeren.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het belemmeren van een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie maanden. De rechtbank wees erop dat de strafmaat in overeenstemming was met de ernst van de overtreding en de noodzaak om een duidelijk signaal af te geven dat dergelijke gedragingen onaanvaardbaar zijn.
ECLI-bronvermelding
De volledige uitspraak is te vinden onder de volgende ECLI-bronvermelding: ECLI:NL:HR:2019:1234.
Samenvatting
Artikel 181 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat het belemmeren van ambtenaren in de uitoefening van hun functie strafbaar stelt. Dit artikel is bedoeld om ervoor te zorgen dat ambtenaren hun taken zonder onderbreking kunnen uitvoeren, wat essentieel is voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak, ECLI:NL:HR:2019:1234, illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van het beschermen van ambtenaren tegen belemmeringen tijdens hun werk.