Artikel 187 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het verstoren van de openbare orde door middel van geweld of bedreiging. Dit artikel is van groot belang voor het handhaven van de openbare veiligheid en het beschermen van burgers tegen gewelddadige en bedreigende gedragingen.
Simpele uitleg van Artikel 187
Artikel 187 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het gebruik van geweld of bedreiging met geweld tegen personen of goederen met het doel om de openbare orde te verstoren. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op situaties waarin iemand met geweld een openbare bijeenkomst verstoort of dreigt met geweld om een menigte uiteen te drijven. Het artikel is bedoeld om dergelijke gedragingen te ontmoedigen en te bestraffen, zodat de openbare orde en veiligheid gewaarborgd blijven.
Letterlijke wettekst van Artikel 187
De letterlijke tekst van Artikel 187 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
“Hij die door geweld of bedreiging met geweld een openbare vergadering of een samenkomst van personen, tot het bijwonen waarvan toegang is verleend, verstoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.”
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 187 een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM0787. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het verstoren van een openbare vergadering door middel van geweld.
Feiten van de zaak
De verdachte had deelgenomen aan een demonstratie die uit de hand was gelopen. Tijdens deze demonstratie had de verdachte samen met anderen geweld gebruikt tegen de politie en andere aanwezigen. Dit geweld bestond onder andere uit het gooien van stenen en andere voorwerpen, het vernielen van eigendommen en het fysiek aanvallen van personen. De openbare orde was hierdoor ernstig verstoord, en er waren meerdere gewonden gevallen.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het verstoren van een openbare vergadering door middel van geweld, zoals bedoeld in Artikel 187 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat het gebruik van geweld tijdens de demonstratie duidelijk gericht was op het verstoren van de openbare orde. De verdachte had actief deelgenomen aan de gewelddadige handelingen en had daarmee bijgedragen aan de verstoring van de openbare vergadering. De Hoge Raad benadrukte dat het doel van Artikel 187 is om dergelijke gedragingen te bestraffen en te voorkomen, zodat de openbare veiligheid gewaarborgd blijft.
Daarnaast werd overwogen dat de verdachte zich bewust had moeten zijn van de gevolgen van zijn handelen. Het gooien van stenen en andere voorwerpen, evenals het fysiek aanvallen van personen, zijn gedragingen die duidelijk gericht zijn op het veroorzaken van chaos en het verstoren van de openbare orde. De Hoge Raad oordeelde dan ook dat de verdachte schuldig was aan het verstoren van een openbare vergadering door middel van geweld.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte en legde een gevangenisstraf op van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De Hoge Raad benadrukte dat dergelijke gewelddadige gedragingen niet getolereerd kunnen worden en dat een strenge straf noodzakelijk is om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.
Belang van Artikel 187
Artikel 187 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het handhaven van de openbare orde en veiligheid in Nederland. Door het strafbaar stellen van het gebruik van geweld of bedreiging met geweld om openbare vergaderingen te verstoren, biedt dit artikel een belangrijk juridisch instrument om dergelijke gedragingen te ontmoedigen en te bestraffen.
Het belang van dit artikel wordt onderstreept door de gerechtelijke uitspraken waarin het wordt toegepast. Deze uitspraken laten zien dat de rechterlijke macht serieus omgaat met het handhaven van de openbare orde en dat gewelddadige verstoringen van openbare vergaderingen niet ongestraft blijven. Dit draagt bij aan een veilige en ordelijke samenleving waarin burgers vrij zijn om deel te nemen aan openbare bijeenkomsten zonder angst voor geweld of bedreiging.
Conclusie
Artikel 187 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat gericht is op het beschermen van de openbare orde en veiligheid. Door het strafbaar stellen van het gebruik van geweld of bedreiging met geweld om openbare vergaderingen te verstoren, biedt dit artikel een belangrijk juridisch instrument om dergelijke gedragingen te ontmoedigen en te bestraffen. De gerechtelijke uitspraken waarin dit artikel wordt toegepast, onderstrepen het belang van een strenge handhaving van de openbare orde en dragen bij aan een veilige en ordelijke samenleving.