012-3456789

Misdrijven tegen het openbaar gezag

Artikel 192b

Inleiding

Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van de integriteit van het strafrechtelijk onderzoek. Dit artikel stelt strafbaar het handelen van personen die opzettelijk valse informatie verstrekken aan een opsporingsambtenaar of een rechter-commissaris. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 192b, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 192b

Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om opzettelijk valse informatie te geven aan een opsporingsambtenaar of een rechter-commissaris. Dit betekent dat als iemand bewust onjuiste gegevens verstrekt tijdens een strafrechtelijk onderzoek, deze persoon strafrechtelijk vervolgd kan worden. Het doel van dit artikel is om de waarheidsvinding in strafzaken te waarborgen en te voorkomen dat het onderzoek wordt belemmerd door onjuiste informatie.

Letterlijke wettekst van Artikel 192b

De letterlijke tekst van Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die opzettelijk aan een ambtenaar, bevoegd tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, of aan een rechter-commissaris, belast met het onderzoek in strafzaken, mondeling of schriftelijk valse inlichtingen verstrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.”

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 192b een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een opsporingsambtenaar tijdens een strafrechtelijk onderzoek. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.

Feiten van de zaak

In deze zaak werd de verdachte, een 35-jarige man, ervan beschuldigd dat hij tijdens een politieonderzoek naar een gewapende overval opzettelijk valse informatie had verstrekt aan de opsporingsambtenaar. De verdachte had verklaard dat hij op de avond van de overval thuis was en dat hij geen enkele betrokkenheid had bij het misdrijf. Echter, uit verder onderzoek bleek dat de verdachte op de avond van de overval in de buurt van de plaats delict was gezien en dat zijn mobiele telefoon daar ook was gelokaliseerd.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk valse informatie had verstrekt aan de opsporingsambtenaar en daarmee Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht had overtreden.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de verdachte bewust onjuiste informatie had gegeven om zijn betrokkenheid bij de overval te verdoezelen. De verklaring van de verdachte werd weerlegd door objectieve bewijsmiddelen, zoals getuigenverklaringen en technische gegevens van zijn mobiele telefoon. De rechtbank stelde vast dat de verdachte opzettelijk had gehandeld en dat zijn valse verklaring het strafrechtelijk onderzoek had belemmerd.

Uitspraak

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het overtreden van Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie maanden. De rechtbank benadrukte in haar uitspraak het belang van waarheidsvinding in strafzaken en de noodzaak om het strafrechtelijk onderzoek te beschermen tegen valse informatie.

Samenvatting van de gerechtelijke uitspraak

In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte veroordeeld voor het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een opsporingsambtenaar, in strijd met Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had tijdens een politieonderzoek naar een gewapende overval verklaard dat hij thuis was op de avond van de overval, terwijl uit verder onderzoek bleek dat hij in de buurt van de plaats delict was. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte opzettelijk had gehandeld en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie maanden. Deze uitspraak onderstreept het belang van waarheidsvinding in strafzaken en de bescherming van het strafrechtelijk onderzoek tegen valse informatie.

Button Image

Belang van Artikel 192b

Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het waarborgen van de integriteit van strafrechtelijke onderzoeken. Door het strafbaar stellen van het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan opsporingsambtenaren en rechter-commissarissen, draagt dit artikel bij aan een eerlijk en effectief strafrechtelijk systeem. Het voorkomt dat onderzoeken worden belemmerd door onjuiste gegevens en zorgt ervoor dat de waarheid boven tafel komt.

In de praktijk betekent dit dat personen die betrokken zijn bij een strafrechtelijk onderzoek zich bewust moeten zijn van de gevolgen van het verstrekken van valse informatie. Het overtreden van Artikel 192b kan leiden tot aanzienlijke straffen, waaronder gevangenisstraf en geldboetes. Dit benadrukt het belang van eerlijkheid en transparantie in strafrechtelijke procedures.

Conclusie

Artikel 192b van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat de integriteit van strafrechtelijke onderzoeken beschermt. Het artikel stelt strafbaar het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan opsporingsambtenaren en rechter-commissarissen, met als doel de waarheidsvinding te waarborgen. De gerechtelijke uitspraak in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert de toepassing van dit artikel en onderstreept het belang van eerlijkheid in strafrechtelijke procedures. Door het handhaven van Artikel 192b draagt de Nederlandse wetgeving bij aan een rechtvaardig en effectief strafrechtelijk systeem.

Plaats een reactie