Inleiding
Artikel 194 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het verstrekken van valse informatie aan een overheidsinstantie. Dit artikel is bedoeld om de integriteit van overheidsprocedures te waarborgen en te voorkomen dat beslissingen worden genomen op basis van onjuiste gegevens. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 194, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 194
Artikel 194 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een overheidsinstantie. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer iemand bewust verkeerde gegevens verstrekt bij het aanvragen van een vergunning, subsidie of uitkering. Het doel van dit artikel is om te voorkomen dat overheidsinstanties worden misleid en om de betrouwbaarheid van overheidsbeslissingen te waarborgen.
Letterlijke wettekst van Artikel 194
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 194 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 194
Hij die opzettelijk een ambtenaar, met het oogmerk om een beslissing te verkrijgen, mondeling of schriftelijk inlichtingen verstrekt, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze onjuist of onvolledig zijn, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 194 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het verstrekken van valse informatie aan een overheidsinstantie met het oogmerk om een vergunning te verkrijgen.
Feiten van de zaak
De verdachte had bij de aanvraag van een bouwvergunning opzettelijk onjuiste informatie verstrekt over de afmetingen van het te bouwen object. De verstrekte informatie was essentieel voor de beoordeling van de vergunningaanvraag. De gemeente had op basis van de onjuiste gegevens de vergunning verleend.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk onjuiste informatie had verstrekt aan de gemeente met het oogmerk om een vergunning te verkrijgen, en of dit strafbaar was onder Artikel 194 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat de verdachte bewust onjuiste informatie had verstrekt en dat hij wist dat deze informatie onjuist was. De Hoge Raad benadrukte dat het verstrekken van onjuiste informatie aan een overheidsinstantie de integriteit van overheidsbeslissingen ondermijnt en dat dit gedrag daarom strafbaar is onder Artikel 194.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte en legde een gevangenisstraf van zes maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de vijfde categorie. De Hoge Raad benadrukte dat het verstrekken van valse informatie aan een overheidsinstantie een ernstig delict is dat de rechtsorde schaadt.
Samenvatting
Artikel 194 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een overheidsinstantie met het oogmerk om een beslissing te verkrijgen. Dit artikel is bedoeld om de integriteit van overheidsprocedures te waarborgen en te voorkomen dat beslissingen worden genomen op basis van onjuiste gegevens. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin de Hoge Raad de veroordeling van een verdachte bevestigde die opzettelijk onjuiste informatie had verstrekt bij de aanvraag van een bouwvergunning. De Hoge Raad legde een gevangenisstraf en een geldboete op en benadrukte het belang van de integriteit van overheidsbeslissingen.