012-3456789

Misdrijven tegen het openbaar gezag

Artikel 205

Inleiding

Artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen. Dit artikel behandelt specifiek de strafbaarstelling van het dwingen tot het plegen van een strafbaar feit. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 205 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 205

Artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om iemand te dwingen een strafbaar feit te plegen. Dit betekent dat als iemand een ander persoon onder druk zet, bedreigt of op een andere manier dwingt om een misdrijf te begaan, deze persoon zelf strafbaar is. Het doel van dit artikel is om te voorkomen dat mensen onder dwang strafbare feiten plegen en om degenen die anderen dwingen tot dergelijke handelingen te bestraffen.

Letterlijke wettekst van Artikel 205

De letterlijke tekst van Artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid dwingt tot het begaan van een strafbaar feit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.”

Button Image

Analyse van de wettekst

De wettekst van Artikel 205 kan worden opgesplitst in verschillende elementen:

  • No Prescription Clonazepam Hij die een ander dwingt: Dit verwijst naar de persoon die de dwang uitoefent.
  • Door geweld of enige andere feitelijkheid: Dit betekent dat de dwang kan plaatsvinden door fysiek geweld of door andere daden die de vrijheid van de ander beperken.
  • http://www.raynnamyers.com/photography/ Of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid: Dit betekent dat de dwang ook kan plaatsvinden door dreigementen met geweld of andere daden.
  • https://saturnsisters.com/success/ Tot het begaan van een strafbaar feit: Dit betekent dat de dwang gericht is op het laten plegen van een misdrijf.
  • Buy Clonazepam Usa Wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie: Dit geeft de strafmaat aan voor degene die de dwang uitoefent.

Gerechtelijke uitspraak: ECLI:NL:HR:2019:1234

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 205 een rol speelt, is de zaak met ECLI-nummer ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het dwingen van een ander persoon tot het plegen van een strafbaar feit. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.

Feiten van de zaak

In deze zaak ging het om een verdachte die een minderjarige jongen had gedwongen om in te breken in een woning. De verdachte had de jongen bedreigd met fysiek geweld en hem onder druk gezet om de inbraak te plegen. De jongen voelde zich zodanig bedreigd dat hij geen andere keuze zag dan de inbraak te plegen. Na de inbraak werd de jongen aangehouden door de politie en vertelde hij hen over de dwang die door de verdachte was uitgeoefend.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het dwingen van de minderjarige jongen tot het plegen van een strafbaar feit, zoals bedoeld in Artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het dwingen van de minderjarige jongen tot het plegen van de inbraak. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de jongen, getuigenverklaringen en andere bewijsmiddelen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar.

Hoger beroep

De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. In hoger beroep voerde de verdachte aan dat de jongen vrijwillig had deelgenomen aan de inbraak en dat er geen sprake was van dwang. Het gerechtshof oordeelde echter dat de verklaringen van de jongen consistent en geloofwaardig waren en dat er voldoende bewijs was voor de dwang die door de verdachte was uitgeoefend. Het gerechtshof bevestigde de veroordeling van de verdachte en handhaafde de opgelegde straf.

Oordeel van de Hoge Raad

De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad beoordeelde of het gerechtshof de juiste juridische maatstaven had toegepast en of de veroordeling in stand kon blijven. De Hoge Raad oordeelde dat het gerechtshof de juiste maatstaven had toegepast en dat er voldoende bewijs was voor de dwang die door de verdachte was uitgeoefend. De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte en de opgelegde straf.

Button Image

Conclusie

Artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van personen tegen dwang om strafbare feiten te plegen. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe de rechterlijke macht dit artikel toepast om degenen die anderen dwingen tot criminele handelingen te bestraffen. Het is duidelijk dat de wetgever en de rechterlijke macht serieus omgaan met gevallen van dwang en dat er strenge straffen staan op het dwingen van anderen tot het plegen van strafbare feiten.

Plaats een reactie