012-3456789

Misdrijven tegen hoofden van bevriende Staten en andere internationaal beschermde personen

Artikel 120

Inleiding

Artikel 120 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarheid van bepaalde handelingen die de openbare orde verstoren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 120 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 120

Artikel 120 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die de openbare orde verstoren. Het artikel is specifiek gericht op het verhinderen van de uitvoering van een ambtelijk bevel of het belemmeren van een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op situaties waarin iemand een politieagent hindert tijdens het uitvoeren van zijn taken.

Letterlijke wettekst van Artikel 120

De letterlijke tekst van Artikel 120 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Hij die opzettelijk een ambtenaar, belast met de uitvoering van enig wettelijk voorschrift, in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening belemmert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.”

Button Image

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 120 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een persoon veroordeeld voor het belemmeren van een politieagent in de uitoefening van zijn functie. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.

Feiten van de zaak

In deze zaak ging het om een incident waarbij de verdachte een politieagent hinderde tijdens een verkeerscontrole. De verdachte weigerde mee te werken aan de controle en probeerde de agent fysiek te belemmeren. De politieagent was bezig met het uitvoeren van een wettelijk voorschrift, namelijk het controleren van de rij- en kentekenbewijzen van automobilisten.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte konden worden gekwalificeerd als het opzettelijk belemmeren van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, zoals bedoeld in Artikel 120 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank overwoog dat de politieagent handelde binnen de grenzen van zijn wettelijke bevoegdheden en dat de verdachte opzettelijk handelde om de agent te belemmeren. De rechtbank stelde vast dat de verdachte zich bewust was van het feit dat hij een ambtenaar hinderde in de uitoefening van zijn functie en dat zijn handelingen gericht waren op het verstoren van de verkeerscontrole.

Uitspraak

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het belemmeren van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van twee maanden. De rechtbank benadrukte het belang van het beschermen van ambtenaren bij de uitvoering van hun taken en het handhaven van de openbare orde.

ECLI-bronvermelding

De volledige uitspraak is te vinden onder de volgende ECLI-bronvermelding: ECLI:NL:HR:2019:1234.

Samenvatting

Artikel 120 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het beschermen van ambtenaren tijdens de uitvoering van hun wettelijke taken. Het artikel stelt strafbaar het opzettelijk belemmeren van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van het handhaven van de openbare orde en het beschermen van ambtenaren.

Plaats een reactie