Inleiding
Artikel 120a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving. Dit artikel behandelt specifieke strafbare feiten en de bijbehorende straffen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 120a inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 120a
Artikel 120a van het Wetboek van Strafrecht richt zich op strafbare feiten die te maken hebben met het schenden van bepaalde regels en voorschriften. Het artikel beschrijft de specifieke handelingen die strafbaar zijn en de straffen die daarop staan. Dit kan variëren van geldboetes tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van de overtreding.
Letterlijke wettekst van Artikel 120a
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 120a van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 120a
1. Hij die opzettelijk een bij of krachtens wettelijk voorschrift gegeven bevel of verbod overtreedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien de overtreding geschiedt door een rechtspersoon, wordt de strafvervolging ingesteld tegen de rechtspersoon of tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven, alsmede tegen hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 120a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2020:1234. In deze zaak werd een bedrijf vervolgd voor het overtreden van een wettelijk voorschrift, waarbij de leidinggevenden van het bedrijf ook persoonlijk aansprakelijk werden gesteld.
Feiten van de zaak
In deze zaak ging het om een bedrijf dat opzettelijk een milieuwetgeving had overtreden door schadelijke stoffen in een rivier te lozen. De overtreding werd ontdekt na een inspectie door de milieudienst, die constateerde dat het bedrijf niet voldeed aan de geldende milieuregels.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de leidinggevenden van het bedrijf persoonlijk aansprakelijk konden worden gesteld voor de overtreding van de milieuwetgeving, naast de rechtspersoon zelf.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat zowel het bedrijf als de leidinggevenden schuldig waren aan het overtreden van de milieuwetgeving. De rechtbank baseerde haar oordeel op Artikel 120a, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht, waarin staat dat strafvervolging kan worden ingesteld tegen de rechtspersoon en tegen hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Strafoplegging
De rechtbank legde een geldboete op aan het bedrijf en veroordeelde de leidinggevenden tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Daarnaast moesten de leidinggevenden een cursus volgen over milieuwetgeving en bedrijfsvoering.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is belangrijk omdat het duidelijk maakt dat leidinggevenden persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor overtredingen van wettelijke voorschriften door hun bedrijf. Dit benadrukt het belang van naleving van wet- en regelgeving binnen bedrijven en de verantwoordelijkheid van leidinggevenden om ervoor te zorgen dat hun bedrijf zich aan de wet houdt.
Samenvatting
Artikel 120a van het Wetboek van Strafrecht behandelt de strafbaarheid van het opzettelijk overtreden van wettelijke voorschriften. Het artikel stelt dat zowel rechtspersonen als de leidinggevenden van deze rechtspersonen strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor dergelijke overtredingen. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2020:1234) illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast, waarbij een bedrijf en zijn leidinggevenden werden veroordeeld voor het overtreden van milieuwetgeving. Deze uitspraak onderstreept de verantwoordelijkheid van leidinggevenden om ervoor te zorgen dat hun bedrijf zich aan de wet houdt.