012-3456789

Misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen wordt in gevaar gebracht

Artikel 157

Artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op strafbare feiten met betrekking tot brandstichting en ontploffingen. Dit artikel is van groot belang voor de handhaving van de openbare veiligheid en het voorkomen van ernstige schade aan eigendommen en personen.

Simpele Uitleg

Artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht behandelt de strafbaarstelling van het opzettelijk veroorzaken van brand, ontploffing of overstroming. Dit artikel is bedoeld om ernstige gevaren voor de samenleving te voorkomen en om straffen op te leggen aan degenen die dergelijke gevaarlijke handelingen uitvoeren. Het artikel beschrijft verschillende scenario’s waarin deze handelingen strafbaar zijn en specificeert de mogelijke straffen voor deze misdrijven.

Button Image

Letterlijke Wettekst

De letterlijke tekst van Artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Hij die opzettelijk brand sticht, een ontploffing teweegbrengt of een overstroming veroorzaakt, wordt gestraft:

  1. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
  2. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
  3. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan de dood van een ander te duchten is;
  4. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.

Gerechtelijke Uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 157 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing in een woonwijk, waarbij aanzienlijke schade aan eigendommen werd veroorzaakt en er levensgevaar voor de bewoners ontstond.

Feiten van de Zaak

De verdachte had opzettelijk een gasleiding doorboord in een woonhuis, wat leidde tot een gaslek. Vervolgens stak hij het gas aan, wat resulteerde in een explosie die aanzienlijke schade veroorzaakte aan het huis en de omliggende woningen. Gelukkig raakte niemand ernstig gewond, maar de explosie had potentieel levensgevaarlijke gevolgen kunnen hebben.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing zoals bedoeld in Artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht, en welke straf passend zou zijn gezien de omstandigheden van de zaak.

Overwegingen van de Rechtbank

De rechtbank overwoog de volgende punten bij het nemen van haar beslissing:

  • De opzettelijkheid van de handeling: De verdachte had bewust de gasleiding doorboord en het gas aangestoken, wat duidt op opzettelijk handelen.
  • De ernst van de gevolgen: De explosie had aanzienlijke materiële schade veroorzaakt en had potentieel levensgevaarlijke gevolgen voor de bewoners van de getroffen en omliggende woningen.
  • De persoonlijke omstandigheden van de verdachte: De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische toestand en eventuele eerdere strafbare feiten.

Uitspraak

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing zoals bedoeld in Artikel 157, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht. Gezien de ernst van de gevolgen en het levensgevaar voor de bewoners, werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar.

Button Image

Samenvatting

Artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het strafbaar stellen van opzettelijke brandstichting, ontploffingen en overstromingen. Dit artikel is bedoeld om ernstige gevaren voor de samenleving te voorkomen en om straffen op te leggen aan degenen die dergelijke gevaarlijke handelingen uitvoeren. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe de rechtbank dit artikel toepast in gevallen van opzettelijke ontploffingen, waarbij de ernst van de gevolgen en de opzettelijkheid van de handeling centraal staan in de overwegingen van de rechtbank.

Plaats een reactie