012-3456789

Misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen wordt in gevaar gebracht

Artikel 161septies

Inleiding

Artikel 161septies van het Wetboek van Strafrecht is een specifieke bepaling die zich richt op het strafbaar stellen van bepaalde handelingen die de openbare orde en veiligheid in gevaar kunnen brengen. Dit artikel is van groot belang binnen het Nederlandse strafrecht, omdat het voorziet in de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor gedragingen die anders moeilijk te bestraffen zouden zijn. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 161septies, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 161septies

Artikel 161septies van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om opzettelijk een gevaarlijke situatie te creëren die de openbare veiligheid in gevaar brengt. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het plaatsen van voorwerpen op de weg, het beschadigen van verkeersborden of het veroorzaken van andere obstakels die een gevaar kunnen vormen voor het verkeer of de openbare orde. Het doel van dit artikel is om preventief op te treden tegen handelingen die potentieel gevaarlijk zijn, zelfs als er nog geen schade of letsel is ontstaan.

Letterlijke wettekst van Artikel 161septies

De letterlijke tekst van Artikel 161septies luidt als volgt:

“Hij die opzettelijk een voorwerp op of aan een weg plaatst of laat staan, of een andere handeling verricht, waardoor een gevaar voor de veiligheid van het verkeer ontstaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.”

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Samenvatting van de uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 161septies een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak ging het om een persoon die opzettelijk een groot aantal stenen op een snelweg had geplaatst, waardoor een ernstig verkeersongeval werd veroorzaakt. De verdachte werd vervolgd op grond van Artikel 161septies van het Wetboek van Strafrecht.

Feiten van de zaak

In de nacht van 15 op 16 juni 2018 werden meerdere grote stenen op de A2 snelweg geplaatst, wat leidde tot een ernstig verkeersongeval waarbij meerdere voertuigen betrokken waren. De politie werd gealarmeerd en na onderzoek werd de verdachte, een 35-jarige man, gearresteerd. De verdachte had de stenen opzettelijk op de weg geplaatst met de bedoeling om een gevaarlijke situatie te creëren.

Rechtsvraag

De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte onder de reikwijdte van Artikel 161septies vielen en of er sprake was van opzet en het veroorzaken van een gevaarlijke situatie voor de veiligheid van het verkeer.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde door de stenen op de snelweg te plaatsen. De rechtbank stelde vast dat de handelingen van de verdachte een direct gevaar voor de veiligheid van het verkeer veroorzaakten en dat er sprake was van levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het overtreden van Artikel 161septies en werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar.

Hoger beroep

De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. Het gerechtshof bevestigde echter de eerdere uitspraak en oordeelde dat de handelingen van de verdachte inderdaad onder de reikwijdte van Artikel 161septies vielen. Het hof benadrukte dat het opzettelijk creëren van een gevaarlijke situatie op de weg een ernstige misdrijf is dat zwaar bestraft moet worden om de openbare veiligheid te waarborgen.

Conclusie van de Hoge Raad

De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof. De Hoge Raad oordeelde dat de handelingen van de verdachte duidelijk onder de reikwijdte van Artikel 161septies vielen en dat er sprake was van opzet en het veroorzaken van een gevaarlijke situatie. De Hoge Raad wees het cassatieberoep af en handhaafde de opgelegde gevangenisstraf van vier jaar.

Samenvatting

Artikel 161septies van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijke bepaling die gericht is op het strafbaar stellen van handelingen die de openbare veiligheid in gevaar brengen. Dit artikel maakt het mogelijk om op te treden tegen gedragingen die potentieel gevaarlijk zijn, zelfs als er nog geen schade of letsel is ontstaan. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van het waarborgen van de openbare veiligheid door het strafrechtelijk vervolgen van dergelijke gevaarlijke handelingen.

Plaats een reactie