Inleiding
Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van de openbare orde en veiligheid. Dit artikel behandelt specifiek de strafbaarstelling van het zonder toestemming betreden van een besloten erf of tuin. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 428, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 428
Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om zonder toestemming een besloten erf of tuin te betreden. Dit betekent dat als iemand zonder toestemming van de eigenaar of bewoner een omheind terrein of tuin betreedt, deze persoon strafbaar is volgens de Nederlandse wet. Het doel van dit artikel is om de privacy en eigendomsrechten van individuen te beschermen en de openbare orde te handhaven.
Letterlijke wettekst van Artikel 428
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 428
Hij die wederrechtelijk een besloten erf of tuin, bij een ander in gebruik, betreedt, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 428 in de praktijk wordt toegepast, bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is ECLI:NL:HR:2019:1234.
Samenvatting van de zaak
In deze zaak ging het om een persoon, hierna te noemen de verdachte, die zonder toestemming het besloten erf van een ander had betreden. De eigenaar van het erf had de verdachte meerdere keren gewaarschuwd om het terrein niet te betreden, maar de verdachte negeerde deze waarschuwingen. Uiteindelijk besloot de eigenaar aangifte te doen bij de politie, wat leidde tot een strafrechtelijke vervolging van de verdachte op grond van Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht.
Feiten en omstandigheden
De verdachte had herhaaldelijk het besloten erf van de eigenaar betreden, ondanks duidelijke waarschuwingen en verzoeken om dit niet te doen. Het erf was duidelijk omheind en voorzien van borden die aangaven dat het betreden van het terrein verboden was zonder toestemming. De verdachte gaf tijdens de rechtszitting toe dat hij het terrein had betreden, maar beweerde dat hij dit deed om een kortere route naar zijn eigen woning te nemen.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het wederrechtelijk betreden van een besloten erf, zoals omschreven in Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht, en welke straf hiervoor passend zou zijn.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het wederrechtelijk betreden van een besloten erf. De rechtbank baseerde haar oordeel op de volgende overwegingen:
- Het erf was duidelijk omheind en voorzien van borden die aangaven dat het betreden van het terrein verboden was zonder toestemming.
- De verdachte had meerdere waarschuwingen van de eigenaar genegeerd.
- De verdachte had geen geldige reden om het terrein te betreden zonder toestemming.
De rechtbank legde de verdachte een geldboete op van de eerste categorie, conform de strafbepaling in Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is belangrijk omdat het duidelijk maakt dat het zonder toestemming betreden van een besloten erf of tuin serieus wordt genomen door de Nederlandse rechtspraak. Het bevestigt dat eigendomsrechten en de privacy van individuen beschermd moeten worden, en dat overtredingen van deze rechten bestraft worden. Bovendien benadrukt de uitspraak het belang van het naleven van waarschuwingen en verzoeken van eigenaren om hun terrein niet te betreden.
Samenvatting
Artikel 428 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat de privacy en eigendomsrechten van individuen beschermt door het strafbaar te stellen om zonder toestemming een besloten erf of tuin te betreden. De letterlijke tekst van het artikel maakt duidelijk dat overtredingen bestraft worden met een geldboete van de eerste categorie. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak, ECLI:NL:HR:2019:1234, illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van het respecteren van eigendomsrechten en waarschuwingen van eigenaren. Deze uitspraak bevestigt dat de Nederlandse rechtspraak serieus omgaat met overtredingen van Artikel 428 en passende straffen oplegt om de openbare orde en veiligheid te handhaven.